Opinie

Gelegenheidsdemocratie

Iran laat zich er bij gelegenheid graag op voorstaan dat het een democratie is. Bijvoorbeeld als Teheran het recht opeist om kernenergie te winnen. Dan wenst de Islamitische Republiek plotseling als gerespecteerde rechtsstaat te worden behandeld, met alle bijbehorende privileges van dien.

Hoofdredactioneel commentaar
30 December 2009 11:26Gewijzigd op 14 November 2020 09:29

Iets minder nauw met de democratische principes neemt Iran het als het om het behandelen van de eigen bevolking gaat. Dat bleek de afgelopen dagen eens te meer na het bloedig neerslaan van diverse demonstraties van de oppositie.Ondanks angstvallige pogingen van het Iraanse regime om berichtgeving over de betogingen binnenskamers te houden, druppelden via digitale kanalen de nodige meldingen binnen. Die lieten aan duidelijkheid niets te wensen over: zeker vijftien doden en tientallen gewonden als gevolg van het barbaarse optreden van de Iraanse oproerpolitie en radicale milities.

Klaarblijkelijk gaat de Iraanse regering nogal selectief om met het hanteren van principes die algemeen tot beginselen van een rechtsstaat worden gerekend. Het uiten van gevoelens van onvrede van een bevolking die al jarenlang in een dictatoriale wurggreep wordt gehouden, past natuurlijk niet in de Iraanse opvatting over democratie.

Uiteraard heeft de Iraanse regering een andere verklaring voor de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Volgens het bewind in Teheran zijn de recente rellen uitgelokt door het Westen –Amerika en Israël voorop– om het land te destabiliseren. Ook Groot-Brittannië kreeg een forse veeg uit de pan. Daarbij kwam meteen de ware aard van het moellahregime aan het licht. „Als de Britten niet ophouden met onzin te verkondigen, krijgen ze een klap op hun bek”, voegde de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Manuchehr Mottaki, Londen in niet mis te verstane taal toe.

Dat is dus de taal die de Iraanse regering spreekt – en blijkbaar ook de enige taal die het regime in Teheran verstaat. Dat zou de internationale gemeenschap ook eens ter harte moeten nemen. In plaats van zichzelf serieus te nemen, laat de wereld zich al jarenlang meevoeren in een eindeloze maalstroom van diplomatiek gedraai en lijntjetrekken. Af en toe worden wat strafmaatregelen uitgevaardigd. Stoer klinkt vanuit Washington ook steevast dat „alle opties” ten aanzien van de Islamitische Republiek openblijven.

En intussen gaat het Iraanse regime onverminderd –en goeddeels ongehinderd– door met het tarten van de internationale gemeenschap en het molesteren van de eigen bevolking. Het testen van nieuwe raketten, onthullingen over het bouwen van de zoveelste opwerkingscentrifuge en met scherp schieten op demonstrerende studenten ontlokt de wereld op z’n best een „scherpe veroordeling.”

Maar ja, het internationale recht vereist nu eenmaal dat staten zich niet in de interne aangelegenheden van een andere staat mogen mengen – ook niet als het om een gelegenheidsdemocratie als Iran gaat. Dus wat valt de internationale gemeenschap te verwijten? Hoogstens dat de wereld zich wél in de binnenlandse aangelegenheden van Irak en Afghanistan heeft gemengd.

Meer over
Commentaar
Iran

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer