Kerk & religie

In verzet tegen het Evangelie

Omdat veel Joden seculier worden, spannen orthodox-Joodse gemeenschappen zich extra in voor het behoud van de eigen identiteit. Men sluit zich in dit kader bewust af van Evangelieverkondiging door christenen. Maar ook door gedragingen van medechristenen wordt het werk onder Joden bemoeilijkt.

Van een medewerker
30 December 2009 09:56Gewijzigd op 14 November 2020 09:29
Ds. W. Silfhout. Foto RD, Sjaak Verboom
Ds. W. Silfhout. Foto RD, Sjaak Verboom

Dat zei ds. Imre Zöld, predikant in Culpiu (Roemenië), een dorp dicht bij Tirgu Mures, dinsdag op de landelijke Israëldag van het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten. In Hardinxveld-Giessendam luisterde een volle kerk naar verhalen over en achtergronden van het werk onder Joden.Ds. Zöld (vertaald door J. J. de Jong) belichtte zijn werk onder Joden in Transsylvanië (Roemenië) en Boedapest. Door contact met leden van het deputaatschap vond hij zijn roeping in de verkondiging van het Evangelie aan de Joodse gemeenschap aldaar.

De eerste contacten met deze gemeenschap, in 2006, waren bemoedigend. „Een Joodse leider kreeg tranen in zijn ogen toen ik hem opzocht voor een gesprek. Hij zei al zestig jaar gewacht te hebben op het moment dat een niet-Jood interesse zou tonen in hun leefwereld.”

De achtergrond van de verwondering van deze man was echter dat er onder de Hongaarse bevolking een zeer negatieve houding ten opzichte van de Joden bestaat, aldus ds. Zöld. „Het woord ”Jood” is een scheldnaam geworden. Men gelooft dat Joden op de achtergrond veel macht hebben en de oorzaak zijn van veel wat slecht gaat in het land.”

Intussen zijn christenen uit de pinksterbeweging haast kritiekloos vóór Israël, zo zei ds. Zöld. „Hier ligt veel nadruk op Israëls status van uitverkoren volk, maar ook op het belang van zichzelf als christen. Men ziet zichzelf soms als een kanaal waardoor geestelijke gaven aan de Joden gegeven worden. Onlangs heeft een vrouw zelfs haar gezin verlaten om als vrijwilliger te gaan dienen in het Israëlische leger. Het contact met deze groeperingen verloopt moeizaam.”

Door het wantrouwen van en naar de lokale bevolking en zorg om het behoud van de identiteit van de eigen gemeenschap is het zendingswerk al met al haast onmogelijk, aldus de predikant uit Boedapest. „Een Joodse man zei zelfs: „Hitler kwam om ons lichamelijk te doden, jullie christenen om ons geestelijk te doden.” Dan is het heel, heel moeilijk hen te benaderen. Maar wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.”

In Israël tekent zich een vergelijkbaar patroon af, zo bleek uit de lezing van ds. W. Silfhout over ontwikkelingen rond het werk aldaar. Ook hier sluiten orthodoxe Joden steeds meer de gelederen én is het gedrag van medechristenen soms dubieus, gaf de predikant uit Capelle aan den IJssel aan. „De huidige situatie van het christendom is voor de Joden niet bepaald een stimulans om de dialoog aan te gaan. In de Heilige Grafkerk zien ze een voortdurende strijd tussen zes denominaties over het beheer en agressieve evangelisatiemethoden van Amerikaanse christenen bemoeilijken het werk voor anderen. Nu rijdt de antizendingsorganisatie Yad l’Achiem door de straten van Jeruzalem om met een megafoon te waarschuwen voor christelijke zendelingen.”

Binnen de Messiasbelijdende gemeenten bestaat verschil van opvatting over met name de godheid van Christus en de betekenis van de wet, aldus ds. Silfhout. Ten aanzien van de eigen contacten spelen vragen rond gemeentevorming, ambten, sacramentsbediening en de zondag. „In slechts een klein aantal Messiasbelijdende gemeenten wordt een duidelijk gereformeerd geluid gehoord. Dat benadrukt de noodzaak om het contact met hen te onderhouden en die boodschap telkens weer opnieuw te brengen. Ze zijn beminden om der vaderen wil en dat moet ons bezetten met een hartelijke bewogenheid over hun heil.”

Ds. C. Neele uit Lisse vertelde over de bekering van drie Joodse zussen. Een van de zussen schrijft in haar herinneringen dat ze in de Joodse godsdienst geen antwoord vond op de vragen van haar hart. Door het overlijden van een broer „ging de glans van de wereld af.” Toen ze eens een christelijke kaasmaakster hoorde bidden, hoorde ze daarin haar eigen nood terug. „De kaasmaakster leerde haar dat Gods aangezicht voor haar verborgen was. De beide vrouwen hadden verbintenis, niet in wat ze hadden, maar in wat ze misten.” Uiteindelijk werden de drie zussen samen gedoopt op 12 februari 1854.

Het Ridderkerks Mannenkoor, dat zich inzet voor het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem, verzorgde een muzikale bijdrage.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer