Cultuur & boeken

Opgekropte ellende van slachtoffer Volendam

„Ik ben bang. Bang dat ik nooit meer beter word. Ik merk aan mijn ouders dat ze ook bang zijn. Mijn vader tikt als een gek tegen de stoelpoot. (…) Ik haat het hier.”

J. Visscher
30 December 2009 09:46Gewijzigd op 14 November 2020 09:29

De noodkreet komt uit de mond van Gerie Smit. Ze is een van de slachtoffers van de cafébrand in Volendam, komende jaarwisseling negen jaar geleden. Zij was vijftien toen ze ernstig gewond raakte bij de verzengende brand in café De Hemel. Wekenlang lag ze in het VU-ziekenhuis. Onlangs verscheen van Smit, nu redacteur bij RTV Noord-Holland, ”Nieuwe handen”, haar verhaal over de brand. Die kostte veertien jongeren het leven, tientallen anderen liepen ernstige brandwonden op.Gerie Smit, die de jaarwisseling 2000/2001 met vriendinnen met de nodige alcohol doorbrengt, belandt in café De Hemel. Tot haar verbijstering ziet ze in de mensenmassa hoe de kerstversiering op het plafond vlam vat als een jongen een brandend sterretje omhooghoudt. „Dit kan niet waar zijn. Dit gebeurt me niet. Ik val op mijn knieën op de grond. Ik wil weer opstaan, maar ik ben te bang en blijf zitten. (…) Ik sla mijn handen voor mijn gezicht en maak me zo klein mogelijk. „Ik ben vijftien. Ik kan nu niet doodgaan. Ik ben nog veel te jong. Ik ben vijftien en ik ga dood”, raast het door mijn hoofd.”

Ze weet het café te ontvluchten. „Wat zie jij er uit”, krijgt Gerie buiten van verschrikte omstanders te horen. Dunne vellen krullen rond haar vingers. „Ze kijken me vol afschuw aan en ik raak in paniek. Mijn gezicht ziet er waarschijnlijk net zo uit als mijn handen.”

Uiteindelijk ligt Gerie maandenlang in het VU-ziekenhuis in Amsterdam. Ze heeft derdegraadsbrandwonden aan handen, armen, rug en benen. Haar longen hebben door de enorme hitte een klap opgelopen. Het meisje wordt keer op keer geopereerd. Zo wordt er huid van haar bovenbenen getransplanteerd naar haar handen.

De Volendamse moet een loodzware weg gaan. Zo is Gerie „erg bang” als ze hoort dat ze toch wordt geopereerd, hoewel ze koortsig is. De verpleegster zegt: „Het is gevaarlijker om je hier met open wonden te laten liggen.” „Ik begin te huilen: „Maar straks ga ik dood tijdens de operatie.””

Het verdriet en de frustratie worden haar meer dan eens te veel. Ze voelt zich beroerd als blijkt dat ze ook darmproblemen heeft en tegelijk hoort dat twee andere Volendamse meisje het ziekenhuis mogen verlaten. „Alle opgekropte ellende spui ik tegen mijn ouders: „Waar heb ik dit aan verdiend? Wie dit op zijn geweten heeft, moet dood. Ik wil dood. Dit komt nooit meer goed”, schreeuw ik meermaals door de kamer.”

”Nieuw handen” is een indringend, kundig geschreven relaas over de ingrijpende gevolgen van de ramp. Het is te begrijpen dat een ernstig gewond meisje vol zit met wrok jegens de café-eigenaar en bot reageert op haar geliefden of een traumapsycholoog. Toch is het jammer dat het boek meer dan eens rauw en grof van toon is.

N.a.v. ”Nieuwe handen”, door Gerie Smit; uitg. Truth & Dare, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 499 9839 4; 224 blz.; € 17,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer