Kinderbijbelmuseum hoopt op doorstart
Nog ruim een week. Dan valt het doek voor het Kinderbijbelmuseum in het Friese Oostermeer. Voorgoed. Of misschien toch tijdelijk. Eigenares Joke Westerhof: „Het halve dorp zoekt naar een oplossing. En de andere helft bidt ervoor.”
Het Kinderbijbelmuseum is gevestigd in een boerderij in Eastermar, in het Nederlands: Oostermeer, zo’n 10 kilometer boven Drachten. Samen met haar man Halbe runt Joke Westerhof het enige Kinderbijbelmuseum van Nederland, in een verbouwde schuur.Toen het echtpaar de boerderij vijf jaar geleden verkocht, mocht het het huis blijven bewonen. Ook de schuur mochten Westerhof en zijn vrouw gebruiken. Ze vormden de ruimte om tot museum. De eigenaar van de boerderij wil zijn bedrijf echter uitbreiden en heeft bovendien de woning nodig. Het museum moet daarom op 2 januari sluiten, terwijl het echtpaar Westerhof voor 1 maart een ander huis moet hebben.
De basis voor het museum werd al in de jeugdjaren van Joke Westerhof gelegd. „Als kind speelde ik al Bijbelverhalen na. Ik stelde me de verhalen heel levendig voor.” Met luciferhoutjes speelde ze bijvoorbeeld de uittocht van het volk Israël uit Egypte na. Een kinderbijbel had ze echter niet.
Dat veranderde aan het begin van haar huwelijk. In vijf jaar tijd kreeg het echtpaar Westerhof vier kinderen. „Ik kocht het ”Kleutervertelboek” van Anne de Vries. Alle gereformeerden hadden dat. De hervormden hadden de kinderbijbel van Van de Hulst.” Toen ze 36 jaar was, werd ze gevraagd clubleidster in de kerk te worden. „Ik ging de kinderen voorlezen uit de kinderbijbel. Maar ze gingen allemaal vliegtuigjes vouwen. Het was net Schiphol.” Om meer de aandacht te krijgen, kocht ze een andere kinderbijbel. Daar volgden er nog enkele op. In plaats van dat Westerhof de verhalen voorlas, ging ze de kinderbijbels met elkaar vergelijken. Daaruit stelde ze zelf een vertelling samen. Het gevolg was dat de kinderen nu wel luisterden.
De kinderbijbels die Westerhof kocht, vond ze op op tweedehandsmarkten. „Na mijn zevende kinderbijbel werd ik gegrepen door het verzamelvirus.” Inmiddels heeft ze er zo’n 500. Veel kinderbijbels bestaan uit meerdere delen. „Als je die allemaal afzonderlijk telt, kom je op zo’n 1000 boeken.” De meeste Bijbels vond ze op fietsafstand van Oostermeer. Af en toe koopt ze een exemplaar via marktplaats.nl en diverse mensen stonden een kinderbijbel af. Westerhof zegt dat het museum op haar weg is geplaatst. „We hebben dit van God gekregen. Er is niets van onszelf bij.”
De diversiteit in het museum is groot. Het oudste exemplaar is de ”Bijbelsche Tafereelen uit de geschiedenis der Aartsvaderen” van J. H. van der Palm. Het is gedrukt in 1819. De recentste is ”Bijbelverhalen voor jou” van Francine Rivers. Daartussen zit een keur aan kinderbijbels. Van diverse geloofsrichtingen: protestants, rooms-katholiek en joods. En ook in meerdere talen; Chinees, Japans, Tsjechisch, Deens, Noors. „Het taalgebruik in de Zuid-Afrikaanse kinderbijbel is heel mooi. Die moet je lezen als je depressief bent. Dan word je weer helemaal vrolijk.”
Ook kinderbijbels van reformatorische auteurs ontbreken niet. ”Kijk en luister” van Laura Zwoferink, ”Vertellingen bij de Bijbel” van ds. C. J. Meeuse en ”De Bijbelse Geschiedenis” van Joh. Vreugdenhil zijn in het museum te vinden.
Inmiddels heeft het echtpaar uit zeven of acht plaatsen aanbiedingen gekregen om daar het museum te vestigen. Het CDA in Urk stelde inmiddels vragen aan het college van B en W om te informeren naar mogelijkheden om het museum naar dat dorp te halen. Westerhof „De aanbiedingen komen uit heel Nederland, van Hoofddorp tot Damwoude. Mijn eerste voorkeur is Oostermeer.” Ze heeft er vast vertrouwen in dat ze uiteindelijk onderdak zal vinden.