Kerk & religie

„Reformatorische christen is verwereldlijkt”

De echte bedreiging van het geestelijke leven komt niet van buitenaf maar van binnenuit, stelde drs. H. A. van Zetten tijdens het dinsdag gehouden congres van de reformatorische studentenvereniging Solidamentum in Barneveld.

Van een medewerker
23 December 2009 09:55Gewijzigd op 14 November 2020 09:27

Het congres ging over de Reformatie en de Nadere Reformatie en de betekenis ervan voor nu. Er waren zo’n 130 jongeren aanwezig.Van Zetten, lid van het college van bestuur van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn, sprak over de Reformatie. Hij maakte dinsdag al direct duidelijk dat het bestuderen van de kerkgeschiedenis vraagt om een existentiële positiebepaling. „Er is een strijd op leven en dood aan de gang tussen God en de duivel en je kunt niet vrijblijvend toekijken.”

Tegenwoordig zijn er nogal wat „salonrefo’s”, vreest hij. Reformatorische christenen die gezellig bij de haard over allerlei belangrijke zaken redeneren, veel weten over kerken en dominees en zich zorgen maken over allerlei dingen, maar die nog nooit een dader van het Woord geworden zijn.

Zij kunnen zich, aldus Van Zetten, druk maken over de islamisering van Nederland en de druk van de overheid op het christelijk geloof. Maar „dergelijke bedreigingen waren er vroeger ook. De bedreiging van het ware geestelijke leven zit in reformatorische christenen zelf.” In dat verband noemde hij het „informatievirus” van het wereldwijde web, de binnenkomende evangelische invloeden en het gebrek aan fundering in de Schrift en de belijdenis.

„Het komt vooral aan op beoefening”, zei Van Zetten. „Dan ben je geen salonrefo, maar dan is het: „Volg Mij.”” De docent noemde als kenmerken onder meer de onderworpenheid aan de Schrift, het beleven van de zonde, het onder elkaar kunnen staan, het overwinnen van de zondige verdeeldheid tussen de reformatorische kerken en het kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken.

Knusheid

Prof. dr. W. J. op ’t Hof, bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam vanwege de Hersteld Hervormde Kerk, hield een lezing over het gereformeerd piëtisme en de Nadere Reformatie. Ook hij ziet gevaar in de „knusheid” in de gereformeerde gezindte. „Tevreden achteroverleunen is de dood in de pot. De oudvaders wilden er niets van weten. Ze wisten dat de kerk en de maatschappij steeds opnieuw gereformeerd moeten worden.”

De programma’s van de nadere reformatoren voor een hervorming van kerk, staat en gezin waardeert prof. Op ’t Hof positief. Het uitvoeren hiervan moet moeilijk zijn geweest, zei hij. „Als je je principes handen en voeten geeft, komen de problemen. De mannen van de Nadere Reformatie handelden zonder aanzien des persoons. Zij maakten geen onderscheid tussen een burgemeester en een keukenmeid.”

In de gouden eeuw was er heel wat te reformeren, aldus de hoogleraar. Hij wees met name op herbergbezoek en zondagsontheiliging. In de tijd van de Synode van Dordrecht was er op zondag markt in die stad en in Zierikzee voer de vissersvloot op zondag uit.

Dure auto’s

Prof. Op ’t Hof is somber over de gereformeerde gezindte. „Ik vrees dat we erg verwereldlijkt zijn. Er wordt helaas veel toegedekt.” Concreet noemde hij dure auto’s, roken, oneerlijkheid in de handel, intensieve veehouderij en de manier waarop stellen voor het huwelijk met elkaar omgaan. In Urk is hij bezig om in samenwerking met andere kerken bijeenkomsten voor jongeren te beleggen, zodat deze onderwerpen ter sprake kunnen komen.

De hoogleraar adviseerde de jongeren voor hun principes uit te komen. „We roepen tegenwoordig al vragen op als we zijn wie we zijn.”

Hij vindt het belangrijk in de wereld aanwezig te zijn. En om er te zijn „als mensen een beroep doen, wat onverwacht kan gebeuren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer