Dit stelde staatssecretaris Huizinga (Waterstaat) dinsdag. Volgens haar wordt niet alleen naar het IJsselmeer, maar ook naar mogelijke alternatieven gekeken om ondanks de voorspelde klimaatveranderingen voldoende zoetwater voorhanden te houden. In het door de stijgende zeespiegel en het toenemende rivierwater bedreigde laaggelegen Nederland moet het IJsselmeer dienst blijven doen als zoetwaterberging. Daarvoor moet het peil in het IJsselmeer de komende jaren geleidelijk maar flink, tot maximaal 1,5 meter, worden verhoogd, zo adviseerde de Deltacommissie onder leiding van oud–minister Veerman.Dat voorstel leverde hem kritiek uit de Tweede Kamer en van de kant van de waterschappen op. Het zou wellicht onnodig en ongelooflijk duur zijn. Het CDA drong bij Huizinga verder ook aan op een snel besluit. Zij moest niet wachten tot 2015. Veerman zelf waarschuwde ook niet te lang te studeren op alternatieven om mensen niet in onzekerheid te laten over wat er gaat gebeuren.

Huizinga stuurde dinsdag het eerste Nationaal Waterplan naar de Tweede Kamer, waarin is vastgelegd dat niet alleen naar het IJsselmeer wordt gekeken om de zoetwatervoorziening veilig te stellen. Wel worden de waterpeilen van het Markermeer–IJmeer en het IJsselmeer van elkaar losgekoppeld.

Het waterplan legt volgens de staatssecretaris een basis voor een veilig en leefbaar Nederland, nu en in de toekomst. Belangrijkste opdrachten zijn het land te beschermen tegen overstromingen en ervoor te zorgen dat er ook op lange termijn voldoende zoetwater is. „Met dit plan ligt er een uitvoeringsagenda voor de periode 2010–2015 om samen te werken aan een aantrekkelijk waterrijk land met een hoge mate van veiligheid en zekerheid van voldoende drinkwater. Dat is cruciaal om hier te leven", aldus Huizinga.