Cel opgelegd in vastgoedfraudezaak
Voor het leidinggeven aan witwassen en het plegen van valsheid in geschrifte heeft de rechtbank in Haarlem vrijdag celstraffen van zestien maanden opgelegd aan twee projectontwikkelaars. Maarten M. en Rob W. hebben volgens de rechtbank ook deelgenomen aan een criminele organisatie. De zaak tegen M. en W. speelt rond Bouwfonds en Philips Pensioenfonds en is de eerste in een omvangrijk onderzoek naar vastgoedfraude, waarin het Openbaar Ministerie (OM) in totaal 125 verdachten op de korrel heeft.
Volgens de rechtbank hebben de twee mannen „opzettelijk meegewerkt aan grove benadeling van het Bouwfonds". In zes jaar tijd hebben ze valse documenten opgesteld om de ware aard van geldstromen te verhullen, zo staat in het vonnis. Doordat zij opdrachten binnenhaalden voor het ontwikkelen van prestigieuze bouwwerken, hebben M. en W. volgens de rechters geprofiteerd van hun praktijken. Daarmee hebben ze schade toegebracht aan Bouwfonds, maar ook aan het imago van de hele vastgoedsector.De straffen van de rechtbank komen lager uit dan de dertig maanden die het OM in november tegen beide verdachten eiste. In het voordeel van de verdachten spreekt volgens de rechtbank dat zij tot nu toe een blanco strafblad hadden en dat zij hebben gezegd dat ze spijt hebben. Ook hebben ze openheid van zaken gegeven, iets dat volgens de rechtbank zeer belangrijk is in dergelijke strafzaken. Verder hebben ze, doordat ze het spits in de vastgoedfraudezaak moesten afbijten, onevenredig veel negatieve publiciteit over zich heen gekregen, schrijft de rechtbank.
In verband met deze omstandigheden heeft de rechtbank twee derde opgelegd van de straf die ze eigenlijk wilde geven. De ondernemingen van de verdachten zijn ieder veroordeeld tot een boete van 17.000 euro, ook wegens witwassen, het plegen van valsheid in geschrifte en deelname aan een criminele organisatie.