„Niet provoceren maar luisteren in Indonesië”
Mona Saroinsong is programmamanager voor de hulpverlening na de aardbeving op West-Sumatra van 30 september. Ze is in Indonesië echter ook zeer bekend als bemiddelaar in conflicten tussen moslims en christenen. Het leverde haar een nominatie voor de Nobelprijs voor de vrede op.
Julien Florence Mona Saroinsong –ze was deze week voor een bezoek in Nederland– was al vroeg actief binnen de kerken. Als jongere zette ze zich in haar geboorteplaats Manado er al voor in. Daar werd de basis gelegd voor haar onvermoeibare drang om de naaste te helpen en op te komen tegen onrecht.Saroinsong studeerde in 1998/1999 aan het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Toen ze hoorde van het conflict in Poso op Sulawesi tussen christenen en moslims besloot ze echter direct terug te gaan.
Naast haar werk als docent Duits en onderzoeker aan de universiteit van Manado op Noord-Sulawesi werd zij mediator en hield zij zich intensief bezig met de traumaverwerking van de slachtoffers die de Molukken en Sulawesi ontvluchtten.
Ze begon de hulpverlening aan mensen in de vluchtelingenkampen zonder geld en kantoor. Haar enige hulpmiddel was „een telefoon” om mensen te mobiliseren. Ze ontwierp zelfstandig trainingsprogramma’s voor vrijwilligers. Zelfs bij de moslimsgemeenschap kreeg ze ingang met haar manier om mensen eerst maar eens naar elkaar te laten luisteren. Zo tackelde ze de vooroordelen en misplaatste beschuldigen die vaak de ronde deden.
Beschuldigingen
Het was voor haar zelf niet altijd even gemakkelijk. Toen er processen kwamen tegen de schuldigen van de onlusten tussen moslims en christenen werd ze uitgemaakt voor verrader.
Mona Saroinsong kreeg door haar werk grote invloed binnen de synodes van de kerken in Indonesië. Er kwam onder meer een programma voor interreligieuze dialoog in het zondagsschoolprogramma.
In 2005 werd ze voorgedragen voor de Nobelprijs voor de vrede met duizend andere Peace Women uit de hele wereld. De prijs ging uiteindelijk naar Mohamed al-Baradei van het Internationaal Atoomenergie Agentschap.
Saroinsong kent de verhalen uit de westerse media dat christenen massaal het slachtoffer zijn van christenvervolging in het grootste moslimland ter wereld. Kerken zouden worden platgebrand en vele christenen vermoord.
Saroinsong benadrukt echter dat de Indonesische regering tegen élke vorm van extremisme is. „Of het nu van moslims, christenen of hindoes komt, men wil het gewoon niet. Je moet als christenen ook niet gaan provoceren, vind ik. Ik ken het verhaal van een christen die voor een moskee, na het vrijdaggebed, ging staan roepen: „Bekeer jullie!” Daarmee jaag je mensen tegen je in het harnas.”
De spanningen zijn niet van recente datum. Het moet worden gezegd: er zijn in de jaren zeventig ook wel eens moskeeën in brand gestoken, maar dat hoor je nooit, zegt de vrouw die zich ook bezighoudt met kinder-, vrouwen- en genderstudies.
Saroinsong heeft geleerd dat mensen heel verschillende talenten hebben en dat niemand iets groots alleen kan bereiken. Ook zij niet.
Dat ze soms erg op de voorgrond staat door haar positie als field officer is haar „grootste valkuil”, zegt ze zelf. „Ik ben hier nu in Nederland. Ik geef presentaties, interviews, zie allemaal dingen in dit land. Voor je het weet word je op een voetstuk gezet. Terwijl het mij juist ook om die mensen gaat die de voedselpakketten uitdelen, die dat ene gesprek voeren met iemand die dat nodig heeft. Ik ben daar maar een klein schakeltje van God in.”
Olievlek
Ze hoopt dat haar werk ertoe leidt dat meer mensen zich bewust worden van de gevaren van natuurrampen en dat ze zich er ook in zekere zin wel wat op kunnen voorbereiden. Niet dat ze een natuurramp kunnen tegenhouden, maar wel dat kerken bijvoorbeeld weten hoe ze moeten handelen als het gebeurt.
„Het gaat om het vergroten van de bewustwording. Een ramp overkomt je, maar hoe te handelen bij een ramp, dát is te leren. Als ik daar honderd mensen over vertel, van hoge ambtenaren tot kinderwerkers in kerken, hoop ik dat die boodschap als een soort olievlek doorwerkt. Dan is de missie waartoe ik me geroepen voel geslaagd.”
Dit is het tweede deel in een tweeluik over christelijke hulpverlening op West-Sumatra. Woensdag verscheen deel 1.