Voorzitter F. Landmeter van de vereniging verwijt het departement te makkelijk uit te gaan van een dalend aantal kinderen dat ter adoptie wordt aangeboden. Volgens hem is dat onjuist, omdat wereldwijd het totaalaantal geplaatste kinderen niet afneemt. Het is wel zo dat de spreiding van het aanbod telkens wisselt per land. De officiële Nederlandse adoptiebemiddelaars spelen daarop volgens Landmeter niet adequaat in.

Bovendien vermoedt hij dat mensen binnen Justitie negatief denken over adoptie in het algemeen, omdat adoptie negatief zou uitpakken voor de betrokkenen en de maatschappij. „Terwijl interlandelijke adoptie voor een substantieel aantal kinderen de laatste kans is op een kansrijk bestaan”, stelt Landmeter in een gepeperde brief aan minister Donner van Justitie.

Directe aanleiding voor zijn beklag is het besluit van Donner eerder deze week om de adoptieprocedure te wijzigen. Voortaan geeft het ministerie ouders pas een noodzakelijke beginseltoestemming als er voldoende aanbod van kinderen is. Reden is volgens Justitie dat het aantal aanvragers nu ongeveer drie keer groter is dan het adoptieaanbod. Aspirant-ouders moeten soms zo lang wachten, dat de beginseltoestemming, die drie jaar geldig is, verloopt.

De vereniging is het niet met die maatregel eens, omdat die de instroom van adoptieouders beperkt. Zij vermoedt dat het besluit ook bedoeld is om de deelbemiddeling te ontmoedigen, want ook dat mag pas na beginseltoestemming.

Het ministerie van Justitie zegt niet tegen uitbreiding van het aantal landen voor adoptie te zijn. „Maar we moeten absolute zekerheden hebben, zoals dat ouders vrijwillig afstand hebben gedaan van hun kind”, zegt een woordvoerder. De adoptieautoriteit moet daar volgens hem zorgvuldig in zijn en daarom duurt het lang voordat nieuwe contacten totstandkomen.