Op hoge toon eisten zij dat de VVD zich van deze stellingname zou distantiëren. Anders zouden de spanningen tussen de hier wonende moslims en de Nederlandse samenleving toenemen.

Nu is die organisatie van islamitische landen een tamelijk machteloze organisatie. Weliswaar zijn er heel wat islamitische landen en omvatten zij een belangrijk deel van de wereldbevolking, maar in politiek opzicht is de eensgezindheid onder hen ver te zoeken.

Nederland hoeft dus niet beducht te zijn voor een economische boycot door de islamitische wereld of andersoortige sancties. Wel maakt deze ongebruikelijke interventie van islamitische zijde duidelijk dat het optreden van de afvallige Hirsi Ali hen diep gekwetst heeft.

Nu was hetgeen zij eind januari in een interview in Trouw te berde bracht, ook wel heel geschikt (en wellicht ook bedoeld) om haar vroegere geloofsgenoten te provoceren. Mohammed, die door islamieten vereerd wordt als de profeet van Allah, werd neergezet als een verachtelijk mens, zelfs als een kinderverkrachter.

Typisch de reactie van iemand die met een geloof, partij of organisatie gebroken heeft en nu met haat vervuld daar op terugkijkt. Dat kennen we ook wel van mensen die afscheid genomen hebben van de gereformeerde gezindte.

Bovendien moeten we bedenken dat de opstelling van dit VVD-kamerlid ten opzichte van het orthodoxe christendom niet veel vriendelijker is dan haar visie op de islam. Tijdens de verkiezingscampagne pleitte zij niet alleen voor afschaffing van de islamitische scholen, maar wilde zij tevens een eind maken aan het christelijk onderwijs!

Ook wij hebben grote bezwaren tegen de islam, maar die vallen maar voor een beperkt deel samen met die van het liberale kamerlid. Het mag ook nooit onze opzet zijn om anderen (islamieten en niet-islamieten) nodeloos te kwetsen.

De VVD zal Hirsi Ali zeker niet laten vallen. De liberalen waren er vorig jaar juist zo trots op dat ze haar op het onverwachtst bij de PvdA hadden weggekaapt. Zalm voelt zich echter niet geroepen haar opstelling te verdedigen. Onder de VVD-kiezers is nu eenmaal ook een aantal moslims. De liberale Tweede-Kamerfractie telt er ook een.

Daarbij komt dat vanwege de oorlogsdreiging in het Midden-Oosten de verhoudingen tussen moslims en niet-moslims op dit moment meer gespannen zijn dan anders. Nederland vormt daar geen uitzondering op. Met name in de grote steden hebben we te maken met een omvangrijke islamitische minderheid.

Dat is geen reden om nu ineens allerlei vriendelijke dingen te zeggen over de islam (vriendelijkheden die we toch niet menen), maar het is wel verstandig om geen olie op het vuur te gooien. Provocerende uitspraken kunnen beter achterwege blijven. Dat geldt zeker voor een kamerlid van een partij die in ieder geval nog in het demissionaire kabinet vertegenwoordigd is.