Ouderenzorg
Hoe de aldoor oplopende collectieve kosten voor de verpleging en verzorging van hulpbehoevende ouderen op een rechtvaardige manier kunnen worden beteugeld is een vraag die zich niet zomaar van de politieke agenda laat verdringen. Dat kan ook niet, zo lang een van de onderliggende processen die deze kostenstijging aanwakkert, de vergrijzing, zijn hoogtepunt, dat pas wordt voorzien in 2030, nog niet heeft bereikt.
Tot aan die tijd zullen de grafieken van rekenmeesters kabinetten en Tweede Kamerfracties blijven pijnigen. De curves in die grafieken lopen wat uiteen, maar bewegen zich steevast in dezelfde richting: omhoog.Hoe hoog de collectieve kosten voor verpleging en verzorging in 2030 zullen uitpakken, valt niet met zekerheid te zeggen. Gisteren presenteerde het Sociaal en Cultureel Planbureau drie scenario’s waarbij het meest waarschijnlijke voorziet in een bedrag van ruim 22,5 miljard euro in 2030; meer dan het dubbele van de 9,8 miljard euro aan uitgaven in 2005. Werk aan de winkel dus.
Het laat zich verstaan dat ministers en fracties het betaalbaarheidsvraagstuk van de ouderenzorg behoedzaam zullen benaderen. Voor het versoberen van voorzieningen zijn de geesten nu eenmaal niet rijp van de ene op de andere dag.
De vraag is wel of een versobering via de kaasschaafmethode voldoende soelaas biedt. Bevolkingsgroei en vergrijzing nemen namelijk maar een doel van de stijgende collectieve uitgaven voor hun rekening, aldus het SCP gisteren. Minstens zo belangrijk zijn de loonstijgingen en de kwaliteitsverbeteringen die de laatste jaren, mede onder druk van de publieke opinie, zijn doorgevoerd in verpleeg- en verzorgingshuizen. Ook daar hangt een prijskaartje aan.
Als de indicaties voor verpleging en verzorging worden aangescherpt maar de kwaliteitseisen worden opgeschroefd, glijdt de ouderensector langzaam maar zeker in een spagaat. Zeker als de overheid naarstig blijft zoeken naar mogelijkheden om de kosten te beteugelen. Dat is ook wat het SCP met zo veel woorden constateert als het voorzichtig benadrukt dat marktwerking en concurrentiebevordering als instrumenten om de kostenstijging te beteugelen op termijn mogelijk niet meer volstaan.
In de ouderenzorg gaan daarom stemmen op om vraag en aanbod dan maar op een andere manier te organiseren. Zo zou de overheid de zeggenschap over het zorgbudget bij cliënten zelf moeten leggen, in plaats van toe te zien hoe dit door de zorgkantoren die namens die overheid zorginstellingen contracteren, wordt verdeeld.
Inderdaad biedt zo’n maatregel zorginstellingen meer mogelijkheden om op de wens van hun cliënten in te spelen. Maar de vraag tot op welke hoogte de ouderenzorg collectief moet worden gefinancierd en wat burgers er zelf aan moeten bijdragen, blijft ook dan actueel en pregnant.
Het kost weinig fantasie om te voorzien dat eigen bijdragen steeds belangrijker worden om het kostenplaatje voor een goede ouderenzorg compleet te krijgen. Zo bekeken is het gisteren verschenen SCP-rapport voor de hulpbehoevende oudere van 2030 opnieuw een waarschuwingssignaal.