De tien vuistregels zijn bedoeld om missionaire werkers te stimuleren regelmatig na te denken over hun leven en hun werk.Jaap Haasnoot, coördinator van Member Care Nederland: „Veel zendingswerkers bereiden zich inhoudelijk goed voor op hun missie, en dat is ook noodzakelijk. Daarnaast is het belangrijk dat zendingswerkers bezig zijn met zaken als persoonlijke groei, de relatie met de partner en de mogelijkheid om je verhaal kwijt te kunnen. Juist daardoor kun je als werker effectief en even­wichtig functioneren.”

Volgens Haasnoot heeft Member Care Nederland bijgedragen aan bewuster beleid: „We zien dat een heldere selectieprocedure, een goede voorbereiding voor zendingswerkers, een verlofgesprek en opvang na terugkeer steeds meer ingeburgerd raken bij zendingsorganisaties en gemeenten. In het verleden gebeurde dat veel minder consequent.”

Member Care Nederland zet zich in voor de ondersteuning van en de zorg voor missionaire werkers in alle fasen van de uitzending, inclusief de voorbereiding en de opvang na terugkeer. Zo belegt de organisatie toerustingsdagen en verwijst hulpvragers door naar zorgaanbieders.

De Nederlandse Zendingsraad en de Evangelische Zendings­alliantie zijn de dragende organisaties van Member Care Nederland.

De tien vuistregels:

Missionair werk in het buitenland is vaak uitdagend en soms zwaar. Wat kun je als missionaire werker zélf doen om in balans te blijven? Tien tips van Member Care Nederland.

1. Je weet je geroepen. Je hebt een sterke visie, maar je staat ook open voor de mening van anderen.
   2. Je hebt voldoende tools voor geestelijke groei en je blijft daaraan werken.
   3a. Je beseft dat single-zijn een gave én een opgave is. Je investeert in vriendschappen.
   3b. Tijd en aandacht voor je partner en je kinderen zijn topprioriteiten.
   4. Je kent je sterke kanten en je valkuilen en je leert steeds beter hoe je met beide om moet gaan.
   5. Je bent een teamspeler. Je leeft zelf van vergeving en je kunt anderen vergeven.
   6. Je hebt een ondersteunend netwerk. Je communiceert regelmatig en open met je
   ondersteuners (gemeente) in Nederland.
   7. Je denkt regelmatig na over jezelf en over je functioneren, alleen en met de hulp van een ander. Je hebt vooraf vastgelegd bij wie je verantwoording aflegt en voor wie en wat je verantwoordelijk bent.
   8. Je hebt iemand bij wie je onbekommerd je hart kunt uitstorten.
   9. Je neemt regelmatig tijd voor ontspanning, vakantie en verlof. Het leven bestaat uit méér dan werk.
   10. Je verwacht geen gespreid bedje als je terugkomt in Nederland. Je beseft dat remigreren vaak moeilijker is dan emigreren.