Christelijke hulp na ”flitsramp” West-Sumatra
West-Sumatra werd op 30 september getroffen door een enorme aardbeving met een kracht van 7,6 op de schaal van Richter. Zo’n 2,5 miljoen mensen werden getroffen en er waren 1100 doden. Mona Saroinsong, programmamanager van Christian Reformed World Relief Committee (CRWRC), verleent hulp aan de slachtoffers.
De aardbeving op West-Sumatra is wat je een ”flitsramp” zou kunnen noemen: heel even in het wereldnieuws en dan ook zó weer helemaal uit de media verdwenen. Vooral in het Westen. Mona Saroinsong, die vorige week in Nederland was, kijkt er niet van op. „Mensen zijn in sommige delen van de wereld rampmoe”, zegt ze. „En ze zijn sceptisch geworden als het gaat om geld geven voor rampen. Dat is met name gekomen na de tsunami van Kerst 2004. Toen is er heel veel geld gegeven en daarvan is heel veel niet goed besteed. Nu bedenken mensen zich wel twee keer voordat ze nog eens geld overmaken.”In het geval van de aardbeving op West-Sumatra is er sprake van onvoorstelbare getallen en feiten. Sommige dorpen zijn helemaal van de kaart geveegd. Gevreesd werd eerst voor duizenden doden, maar de regering kwam uiteindelijk tot het cijfer van 1117. Volgens het Nationaal Rampencentrum in Indonesië zijn in ieder geval 200.000 huishoudens direct zeer zwaar getroffen door de aardbeving.
Saroinsong was twee dagen na de aardbeving al op West-Sumatra. Ze kwam net uit een rampgebied dat velen nog wél op het netvlies staat: Atjeh, waar de tsunami met Kerst 2004 genadeloos toesloeg. „Vierenhalf jaar heb ik in Atjeh gewerkt en daarna was ik net op weg naar huis, naar mijn geboorteplaats Manado op Sulawesi, toen ik in het vliegtuig hoorde van de aardbeving op West-Sumatra.”
Ze kon direct haar vlucht omboeken, want de Christian Reformed World Relief Committee besloot dat er op West-Sumatra hulp nodig was. Ook een filmploeg van EO Metterdaad, die op Schiphol klaarstond om af te reizen naar de Filippijnen om daar een reportage te maken van de gevolgen van een tyfoon, gooide zijn plannen om. Het reisdoel werd gewijzigd in West-Sumatra, om daar verslag van te doen.
De Nederlandse filmploeg was de eerste buitenlandse crew die op West-Sumatra filmde. Saroinsong leidde de Nederlanders door het rampgebied. „Door het enorme natuurgeweld waren er veel huizen verwoest. Ik was heel verbaasd dat soms het ene huis wél was blijven staan en het andere niet. Terwijl ze door dezelfde architect en onder de dezelfde bouweisen gebouwd zijn.”
De hulpverlening op West-Sumatra kwam vrij snel op gang. De Nederlandse hulpverlening loopt via Action by Churches Together (ACT), waarbij ook de organisatie van Mona Saroinsong is aangesloten. Zes lokale partners willen het komende jaar 5,3 miljoen dollar in de wederopbouw steken.
De CRWRC werkt daarin altijd samen met de lokale bevolking, legt Saroinsong uit. „Wij zeggen niet: we komen jullie even helpen. Dat is een aanpak die niet werkt. We gaan naar de dorpshoofden toe en leggen uit: Wij zijn de CRWRC en dit kunnen wij doen. Willen jullie met ons samenwerken? Zo niet, dan gaan we weer. Maar bij een ja slaan we de handen ineen.”
Direct werd in Padang een projectkantoor geopend van waaruit hulp werd verleend. Saroinsong geeft met nog twee werkers leiding aan de hele operatie. „Achter ons staan honderden vrijwilligers en teams.”
Het is bijzonder dat de Christian Reformed World Relief Committee juist op West-Sumatra kan werken want daar wonen amper christenen. „Ik denk dat het er minder dan duizend zijn. In de media werd gemeld dat 70 procent van alle kerken vernietigd was. Maar er staat dan ook bijna geen kerken in dit gebied. Dat moet je er dan wel bij vertellen.”
Ook de Raad van Kerken op West-Sumatra richtte direct een hulppost op, in de Efrata Church in Padang. De kerkenraad zorgt voor de dagelijkse coördinatie van de hulp en activiteiten vanuit de kerk. Zoals bij elke ramp kwam ook heel veel spontane hulp op gang. Zo ook door de moslimbevolking op Sumatra. „Moskeeën zamelen voedsel in, dekens, alles wat maar nodig is. Dat is goed, maar je moet ook verder kijken. In het begin, in de paniek, is er behoefte aan álles maar men mist een visie voor na de eerste fase.”
Het is een les die Saroinsong geleerd heeft van de tsunami. Daar moest men soms letterlijk vanaf nul beginnen. „Op West-Sumatra was de infrastructuur er na de aardbeving gelukkig nog wel en ook de sociale structuur. In Atjeh waren indertijd hele dorpsraden omgekomen. De geboren leiders waren er niet meer; er moesten nieuwe worden aangewezen.”
Mona Saroinsong heeft gemerkt dat zodra je mensen weet te activeren er ongekende krachten en mogelijkheden komen. Op West-Sumatra gaat de CRWRC nu honderden huizen bouwen tot september volgend jaar.
Daarnaast wordt er psychosociale hulp geboden. Hoe moet een stad of dorp bijvoorbeeld een nieuwe start maken als het hart van je dorpsgemeenschap weg is, fysiek maar ook materieel? Het zijn hulpaspecten die in het Westen vaak over het hoofd worden gezien. Ook omdat de cameraploegen dan al lang het land weer uit zijn.
Dit is het eerste deel in een tweeluik over christelijke hulpverlening op West-Sumatra. Morgen deel 2.