Mogen we niet klagen in onze dagen? Nederland heeft de gruwelen vermenigvuldigd. Gelijk een kooi vol vogels is, zijn ook de huizen in Nederland vol bedrog. Ach, moeten we de klaagstem die Ezechiël in zijn dagen over Jeruzalem ophief, nu in onze dagen niet over Nederlands Jeruzalem opheffen? Daarom volgt er nu een verschrikkelijke bedreiging: Ik zal onder u doen wat Ik nooit gedaan heb en ook nooit meer doen zal, om al uw gruwelen.Wat kunnen wij anders verwachten? Onze gruwelen zijn zeer vermeerderd, zodat God Zijn oordelen en plagen ook aan ons vermeerderd heeft. Of zou de Rechter van de gehele aarde geen recht doen? God heeft ons gezonden plaag op plaag en breuk op breuk. Hij zond dan grote watervloeden, dan die dodelijkste ziekte onder het vee. Het leek op de tien plagen van Egypte, maar Farao’s hart werd verstokt.

Ziet men onder al deze oordelen wel enige verslagenheid, vernedering, of boetvaardigheid? O nee, geslagen en geen pijn gevoeld. Ik vrees dat het oordeel ons onverwacht en eerder dan wij denken, zal overkomen als een wervelwind.

Johannes Barueth, predikant te Dordrecht (”Boet-bazuin geblazen in Neerlands kerk”, 1748)