Dat stelt Pier Vellinga, hoog­leraar klimaatverandering aan de Wageningen Universiteit, in een reactie op de uitspraken van Bjørn Lomborg.Vellinga ziet niet in waarom een nieuw klimaatverdrag een papieren tijger zou moeten worden. De wereldhandelsverdragen, internationale eigendomsrechten en vele andere afspraken worden zeer goed nageleefd.

Het Kyotoverdrag verplichtte Europa ertoe zijn uitstoot met 8 procent te verminderen. Dat heeft volgens de hoogleraar geresulteerd in een forse vermindering van de uitstoot van CO2. Duitsland en Frankrijk hebben die reductie geheel op eigen kracht behaald.

Hoewel Nederlandse klimaatspecialisten aanvankelijk dachten dat ze de helft van de emissiereductie zou moeten ‘aankopen’ in het buitenland, is dat beperkt tot slechts 10 procent. „Lomborg gaat uit van de oude aanname, maar loopt daarmee achter de feiten aan”, betoogt Vellinga.

De hoogleraar denkt dat Lomborg een punt heeft als hij zegt dat de wereld nog een decennium hetzelfde gaat doen. „Dat gebeurt als er in Kopenhagen een slap verdrag gesloten wordt. Dan bestaat het risico dat in landen zonder emissieplafond uitstootrechten gekocht zullen worden. Dat is dweilen met de kraan open. Ik hoop echter dat Kopenhagen een sterk verdrag oplevert.”

Vellinga vindt dat Lomborg de bedoeling van het adaptatiefonds niet goed inschat. „Het is geen ontwikkelingshulp, maar een schadevergoeding. Het is een juridische kwestie. Een individuele Afrikaan maakt dat misschien niet uit, maar zijn regering wel. Ik verziek met mijn industrie het klimaat voor mijn buurman, dus moet ik betalen. Zo simpel ligt dat.”

Ook ontkent de Nederlandse klimaatspecialist dat er meer geld naar research zou moeten, zoals Lomborg wil. Het levert misschien wel een superwindmolen op, maar pas over twintig jaar, denkt de hoogleraar. „Lomborg heeft er helemaal geen verstand van. Wij moeten nu zorgen dat we met onze activiteiten de wereld geen schade toebrengen.”