Bonifatius hakte er met een bijl op los
Innerlijk van slag reisde Bonifatius door Europa en Friesland, onder de indruk van zo veel afgoderij. Door deze cultuurschok hakte hij er soms in het wilde weg op los, vertelde prof. dr. A. J. Jelsma gisteren. In Dokkum, de plaats waar Bonifatius ooit het leven liet, werd Jelsma’s biografie over de zendingsheld gepresenteerd. Plaats van handeling was het eeuwenoude stadshuis.
De bijeenkomst luidde het Bonifatiusjaar 2004 in. Volgend jaar is het 1250 jaar geleden dat de ”bisschop der Friezen” werd vermoord. Een stuurgroep zal zich bezighouden met het organiseren van wetenschappelijke en kerkelijke congressen. Diverse plannen staan op stapel. Zo nodigt het bisdom Groningen volgend jaar alle Nederlandse parochies die de naam van Bonifatius dragen, uit in Dokkum. Voor de jaarlijkse Bonifatiusdag op 11 juni zijn de bisschoppen van Fulda in Duitsland en het Engelse Crediton uitgenodigd. Bonifatius werd in Crediton geboren en ligt begraven in Fulda.
Prof. Jelsma, emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit in Kampen (Oudestraat), schetste de grote tegenstelling tussen Bonifatius’ geboorteland Engeland en Europa. In Engeland was de samenleving doordrenkt van het christendom. Omdat Bonifatius zich weinig thuis voelde in West-Europa, haalde hij groepen monniken en nonnen uit zijn land om hem te helpen bij de zuivering.
Dr. J. A. Mol van de Fryske Akademy gaf inzicht in de kerstening en kerkstichting in middeleeuws Frisia. Drie fasen onderscheidde hij: het ontstaan van de kerk (achtste eeuw), de uitbouw (na de tiende eeuw) en rond 1150 de vervijfvoudiging van de kerken. Mol liet zien dat in de eerste fase niet de inheemse kerk zich bezighield met kerstening, maar dat uitheemse missionarissen dit deden. Zij werden gesteund door de bisschop, later ook door de vorst.
Het boek ”Bonifatius. Zijn leven, zijn invloed” (uitg. Meinema, Zoetermeer) werd aangeboden aan burgemeester mr. R. S. Cazemier (gemeente Dongeradeel), pastoor drs. J. H. Peters, mevrouw T. Schaapman (vertegenwoordiger Raad van Kerken) en bisschop dr. W. J. Eijk (bisdom Groningen). Eijk is bevriend met Jelsma en waardeert de reformatorische belangstelling voor Bonifatius. „Door uw boek hebben wij Bonifatius beter leren kennen.”
Bonifatius werd in 672 geboren in het zuiden van Engeland. Zijn ouders stonden hem op al heel jonge leeftijd aan een klooster af. Wynfreth, zoals hij toen heette, verliet in het voorjaar van 716 zijn moederland om de heidense Friezen met het Evangelie bekend te maken. Zonder succes echter, zodat hij in hetzelfde jaar al weer terugkeerde naar Engeland. Enkele jaren daarna ondernam hij een nieuwe poging, nu getooid met een naam die hij van paus Gregorius II kreeg: Bonifatius - ”Hij die het goede doet”. Tijdens zijn laatste reis naar Friesland werd Bonifatius in 754 te Dokkum vermoord.
Bonifatius nam een onafhankelijke positie in, blijkt uit het boek van Jelsma. Hij kritiseerde de verdorvenheid van geestelijken en de wereldlijke heersers, streed voor de uitbreiding van de kerk en gebruikte de wereldlijke machthebbers als middel. Protestanten zagen hem later als een „fanatiek vertegenwoordiger van de pauselijke macht.” Zelf zag Bonifatius zich echter als „een onwaardige en geringe prediker” in dienst van „de katholieke en apostolische kerk van Rome.” Enerzijds was hij overtuigd aanhanger van de paus. Anderzijds was deze voor hem niet meer dan een tijdelijke plaatsvervanger van Petrus. Alleen als de paus in de schaduw van Petrus bleef, had hij recht op gehoorzaamheid, vond Bonifatius.
Opvallend: Bonifatius hield er een andere methode van kerstening op na dan paus Gregorius de Grote. Waarschuwde deze laatste tegen een te radicaal optreden, Bonifatius opereerde met veel machtsvertoon. Terwijl de paus gebood afgodshuizen met wijwater tot kerken om te dopen, gingen Bonifatius en zijn dienaren bijvoorbeeld de reusachtige donarseik met een bijl te lijf. Deze prediker van de Friezen wilde het oude zo radicaal mogelijk afbreken, om zo voor het nieuwe plaats te maken. Een weg van geleidelijkheid zag hij niet zitten. Bonifatius besefte dat de Germanen alleen bereid waren hun goden voor Christus in te ruilen als hij overtuigend kon aantonen dat Christus het machtigst was. Jelsma: „Dit optreden is hem niet altijd in dank afgenomen. Hij werd niet voor niets vermoord!”