Nederland geeft adaptatiefonds vorm
Nederland is maandag –samen met Colombia– gevraagd om een financieringssysteem te helpen opzetten om ontwikkelinglanden te helpen bij het bestrijden van de gevolgen van de klimaatverandering – het zogenaamde adaptatiefonds.
Dat verklaarde minister Koenders van ontwikkelingssamenwerking maandagavond tegenover deze krant. Zo kan de aanwezigheid van Nederland in Kopenhagen volgens hem wel degelijk het verschil maken. „Je moet alleen goed weten hoe lang je polsstok is.”Hij ziet Nederland in die rol als bruggenbouwer tussen de rijke en de ontwikkelingslanden. „Je moet dan beide kanten tegemoetkomen. Zo moeten rijke landen met extra geld over de brug komen, en niet het geld dat ze anders toch wel gegeven zouden hebben van een ander label voorzien; dus de arme landen geen sigaar uit eigen doos presenteren. En: nu Europa 7,2 miljard bijdraagt, verwachten we ook wat van de VS en Japan.”
Voor de arme landen ziet Koenders graag een transparante, efficiënte structuur om het geld te verdelen op basis van de nationale ontwikkelingsplannen van die landen.
Het liefst zou hij gebruik maken van bestaande internationale instituties, zoals de Wereldbank. Dat betekent ook dat de Nederlandse geldstroom voor het adaptatiefonds via Ontwikkelingssamenwerking zal plaatshebben.
Koenders geeft aan dat de conferentie wat hem betreft geslaagd mag heten als de deelnemende landen een overeenkomst bereiken over uitstootreductie, de structuur en de financiering van het adaptatiefonds en een vast omlijnd tijdpad.
Zover is het echter nog niet. Koenders: „Het duurt niet voor niets zo lang. Het is een ongelooflijk gecompliceerd proces om tot een algemeen gedragen akkoord te komen.”