Kerk & religie

Een warm huis in een stad vol eenzaamheid

De deur van inloophuis Het Kompas aan de Apeldoornselaan in Den Haag gaat regelmatig open. De –veelal vaste– bezoekers lopen graag even binnen voor een praatje en een kopje koffie. Af en toe krijgen de vrijwilligers de gelegenheid om door te praten over de Bijbelse boodschap.

11 December 2009 19:09Gewijzigd op 14 November 2020 09:21
DEN HAAG – Eenzame inwoners van Den Haag en dak- en thuislozen lopen graag even binnen bij Het Kompas in de wijk Rustenburg-Oostbroek. Het inloophuis is een evangelisatieproject van de classis Gouda van de Gereformeerde Gemeenten. Foto Sjaak Verboom
DEN HAAG – Eenzame inwoners van Den Haag en dak- en thuislozen lopen graag even binnen bij Het Kompas in de wijk Rustenburg-Oostbroek. Het inloophuis is een evangelisatieproject van de classis Gouda van de Gereformeerde Gemeenten. Foto Sjaak Verboom

Aan de tafel in het voormalige winkelpand wordt stevig gediscussieerd. Deze middag gaat het over de bureaucratie en de criminaliteit in Nederland. „De regering moet eens optreden”, zegt een bezoekster met een onvervalst Haags accent. Bezoeker Theo beaamt dat. Een ander staart wat voor zich uit.Willem is de discussie na korte tijd zat. Zijn koffie is op. De zwaar getatoeëerde en met kettingen omhangen man pakt zijn plastic tassen op. „Hier word ik niet wijzer van”, mompelt hij terwijl hij naar de deur loopt. Een kwartier later is hij weer terug.

Vanmorgen ging de discussie over de huwelijksmoraal, vertelt M. A. Vos, coördinator van het inloophuis, dat uitgaat van de classis Gouda van de Gereformeerde Gemeenten. „Dat ging er stevig aan toe. De mensen die hier komen, denken zo heel anders over het huwelijk dan wij op grond van de Bijbel doen. Ze hebben zo’n ander Godsbeeld en hebben er geen besef van wat zonde is.”

Er komt van alles binnen bij het in januari 2006 geopende evangelisatieproject. „Gewone gezonde, maar eenzame mensen. Veel dak- en thuislozen; die horen het van elkaar. Daarnaast heb je een groep psychiatrische mensen. Met al die bezoekers moet je weten om te gaan. Voor de tachtig vrijwilligers organiseren we daarom toerustingsbijeenkomsten.”

De vrijwilligers proberen vooral een luisterend oor te bieden. „Dat is zo belangrijk. De bezoekers moeten zich hier op hun gemak voelen. Het gaat niet direct over Gods Woord bij dit soort projecten. Als christenen moeten we vooral bewogenheid uitstralen. Het Kompas moet een warme plek bieden in de grote stad.”

Als de kans er is, zullen de vrijwilligers zeker de Bijbelse boodschap ter sprake brengen. „Dan moeten we vooral goed spreken van de Heere. Pas later komen dan de diepere noties over zonde en genade ter sprake.”

Elk dagdeel wordt afgesloten met het lezen van een stukje uit de Bijbel en met gebed. „Er zijn maar weinig woorden nodig. De Heere kan het zegenen”, zegt Vos.

Het inloophuis loopt naar tevredenheid. Zo’n vijftig vaste bezoekers weten de gezellige ontmoetingsruimte te vinden. „We zijn in 2006 eerst met twee dagdelen begonnen. Nu zijn we van dinsdag tot zaterdag van 10 tot 16 uur open. Dat werkt beter.”

Een enkele keer gaat een bezoeker van het inloophuis ook naar een kerkdienst. „Dat blijft toch een hele stap. Vaak is het voor hen een schok om een kerkdienst zoals wij die kennen bij te wonen. Een man vertelde mij een keer zijn ervaring. Hij zei: „Alleen de dominee sprak, verder niemand. En na de dienst wilde ik even een praatje met de predikant maken, maar toen werd die door een stel mannen in het zwart afgevoerd.””

De kerken in de gereformeerde gezindte moeten veel meer naar buiten treden, vindt Vos. „We mogen wel wat opener worden naar mensen vanbuiten. Ga niet allemaal zitten kijken als er een keer iemand in de kerk komt die er wat anders uitziet. Wees beetje gastvrij.”

Het is lastig contact te krijgen met bewoners van de wijk Rustenburg-Oostbroek waarin Het Kompas staat, vertelt Vos. „We hebben gefolderd en in de winkelstraat gestaan. Af en toe loopt er wel eens iemand binnen die met levensvragen zit. Helaas zien we die vaak maar één of twee keer en daarna niet meer.” Met het straatwerk zijn de vrijwilligers gestopt.

In de wijk wonen veel moslims. In de ontvangstruimte van Het Kompas liggen daarom Bijbels en folders in onder meer het Arabisch.

Het blijkt echter moeilijk om met moslims uit de buurt te spreken. „Er zitten nu twee moslimmeisjes op de kinderclub op woensdagmiddag. Daar zijn we blij mee. Ik ben nog bezig om de ouders te informeren dat ze hier zijn, want we willen geen problemen krijgen.”

Als een kind

De deur zwaait weer open. Henk komt binnen. Hij krijgt een hartelijke ontvangst. „Wil je koffie”, vraagt een van vrijwilligers, die zijn jas aanpakt.

Henk strijkt neer aan de lange tafel in het evangelisatiehuis. Hij praat aan een stuk door. Hij is „katholiek” opgevoed, zo vertelt hij. Methusalem is geen onbekende voor hem. Wie Christus is weet hij goed. Bijbelteksten zijn hem niet vreemd. „We moeten worden als een kind.”

Dit is het 6e deel in een serie artikelen over kerkelijk leven en overleven in Den Haag die donderdag van start ging. Morgen deel 7.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer