Helder spreken over zonde en genade
„Wat in elk geval voorgoed veranderd is, is de plaats die de Bijbel inneemt in het leven van alledag. (…) De Bijbelkennis is geweldig teruggelopen en het ziet er niet naar uit dat wat dit betreft het tij spoedig zal keren.” In haar in 2001 verschenen boek ”De gereformeerden” brengt Agnes Amelink treffend in kaart hoe de Gereformeerde Kerken in de loop van enkele decennia verwaterden. De korte samenvatting is: Nog even, en men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer.
Het boek leidde her en der in de gereformeerde gezindte tot verschrikte reacties. Is dat ook het voorland van de andere kerken, waar niet getornd wordt aan de betrouwbaarheid van de Schrift, waar traditionele Bijbelvertalingen in ere worden gehouden, waar een bloeiend verenigingsleven is en de kerkdiensten goed bezocht worden?De resultaten van het onderzoek dat het Landelijk Contact Jeugdwerk van de Christelijke Gereformeerde Kerken gisteren presenteerde, stemmen bepaald niet hoopvol. Op het eerste gezicht wel: het overgrote deel van de jongeren voelt zich thuis in zijn gemeente, zes van de zeven jongeren gaan twee keer per zondag naar de kerk, en voor twee derde is het persoonlijk gebed dagelijkse praktijk.
Maar wie wat dieper in de cijfers duikt ontwaart een pijnlijke kloof tussen leer en leven. Twee derde van de jongeren noemt de Heere Jezus zijn Zaligmaker en God zijn hemelse Vader. Maar een aanzienlijk deel van deze jongeren ziet dronkenschap, roddelen, seks voor het huwelijk of ongehuwd samenwonen niet als zonde. Het is verontrustend dat een deel van de jongeren zich ziet als een gelovige, maar daarbij geen spanning ervaart met een ronduit on-Bijbelse levensstijl.
Dit teken aan de wand werd gisteravond op het LCJ-symposium nadrukkelijk benoemd. Maar laat nu niemand menen dat dit typerend is voor christelijke gereformeerde jongeren. Uit parallelle en eerdere onderzoeken blijkt dat jongeren in verwante kerkgenootschappen zich vrijwel eender gedragen. De mate waarin zij zichzelf beschouwen als een kind van God mag dan verschillen, maar de levensstijl is gelijk. En als het pijnlijk is dat een lichtvaardig geloof gepaard gaat met een wereldse leefwijze, dan geldt dat niet minder voor de combinatie van het berusten in een lichtvaardig óngeloof en een on-Bijbels leven.
Een van de belangrijke oorzaken is de slijtage van het besef wat zonde is. Dat geldt niet alleen jongeren. De levensernst verdwijnt, we hebben afgeleerd om te blozen, ons te schamen over het kwaad en ons hart erover te verbreken. Zonde is een misdaad tegen de majesteit van God, zo werd gisteravond terecht gezegd.
De beste weg om dat te leren is Gods Woord. Ook dat blijkt uit de cijfers. Jongeren die de Bijbel begrijpen –waarbij de Statenvertaling kennelijk geen groter hindernis is– zijn vaak een stuk afwijzender ten opzichte van de zonde. Dat wordt ook zichtbaar in hun vrijetijdsbesteding. De sleutel ligt in het uitleggen van de Bijbel, het helder en onderscheidend spreken over zonde en genade. Dat laatste mag niet ontbreken, niet alleen om de weg tot Christus duidelijk te beschrijven, maar ook om er vast op te vertrouwen dat God Zijn kerk in stand houdt en Zijn Naam van kind tot kind voortplant.