Lakeman, geweten van ondernemers
Hij wordt wel omschreven als het geweten van het Nederlandse bedrijfsleven. Pieter Lakeman, directeur van de Stichting Onderzoek Bedrijfsinformatie (Sobi), ruikt scherp wanneer het niet pluis is en fileert vervolgens tot ver achter de komma.
Ahold en met name de gesneefde topman Cees van der Hoeven zijn gewaarschuwd. Lakeman maakte donderdag bekend behalve Ahold ook Van der Hoeven persoonlijk op de korrel te hebben. Hij beschuldigt hem van heling en/of medeplichtigheid aan verduistering van (een deel van) 492 miljoen dollar.
Lakeman legt blunderende ondernemers en sjoemelende accountants het vuur na aan de schenen. In de afgelopen kwarteeuw heeft hij 27 procedures rond jaarrekeningen gevoerd en in 25 daarvan naar eigen zeggen zijn gelijk gehaald. Er zijn topondernemers geweest die meenden onaantastbaar te zijn, om daarna door Lakeman tot menselijke proporties te worden teruggebracht.
De ’terriër’ deinst niet terug voor een grote naam; Aegon, Slavenburg, Ogem, Van der Giessen, HBG, KPN, Fokker en Dasa, Reed Elsevier en melkpoederfabriek Heino Krause zijn partijen met wie hij de degens heeft gekruist.
Lakeman is, na een rustige periode, weer volop actief. Hij constateert dat juist de afgelopen jaren bedrijven zich bezighouden met hun beeld op de beurs. Rooskleurige cijfers stuwden de koersen op en joegen de optiewinsten van het topmanagement naar grote hoogten.
De hausse van de afgelopen jaren bracht een overnamegolf op gang. De fusies leidden tot enorme conglomeraten op financieel gebied, door Lakeman in een interview omschreven als „broedkamers van criminaliteit.” Overigens was in Nederland Ahold een van de eerste bedrijven die opties invoerden voor het management. Het zette daarmee de verrijking van de top in het bedrijfsleven in gang.
Lakeman richt zijn pijlen ook op de accountancy. Menigmaal won hij procedures tegen kantoren die jaarrekeningen hadden goedgekeurd die later niet in de haak bleken te zijn. Kort na de Enron-affaire verzuchtte hij: „De accountantsverklaring kan beter worden afgeschaft. Zo’n verklaring heeft een psychologische werking. Het maakt het voor het management makkelijker om de cijfers extra op te poetsen. Zonder die ’schijn van geloofwaardigheid’ komt het management direct in de schijnwerpers als het misgaat. Daar houden directeuren niet van.”
Lakeman werpt zich ook op als pleitbezorger voor de belegger, en dan vooral de kleine. „Je kunt als belegger geen enkele jaarrekening vertrouwen. Vooral kleine beleggers lopen altijd achter de feiten aan. Bestuurders van bedrijven zijn optimistisch, terwijl ze weten hoe het er echt voorstaat in het bedrijf; kennis die het gros van de beleggers ontbeert. Ze handelen zonder te worden vervolgd.”
De 60-jarige Lakeman denkt nog niet aan stoppen. Zo heeft hij met verschillende bankverzekeraars nog een appeltje te schillen. Maar voorlopig heeft hij de handen vol aan voormalig ”golden boy” Van der Hoeven. Aan diens collega, financieel bestuurder Michiel Meurs, verspilt hij geen energie. „Het is bijna algemeen bekend dat hij maar een jaknikker tegenover Van der Hoeven was.”