„Alleen kerk-zijn op zondag werkt niet meer”
„Als je naar de kerk op zondag kijkt, zie je leegloop. Maar andere vormen van kerk-zijn doordeweeks horen er ook bij.” Drs. Nienke van Dijk, directeur van de kerkelijke organisatie Stek – voor stad en kerk in Den Haag, ziet kansen in nieuwe gemeentevormen om leegloop in kerken te keren.
Het besef dringt door dat oude structuren op de schop moeten, stelt directeur Van Dijk in het statige pand aan de Parkstraat, waar Stek kantoor houdt. Ze haalt een folder tevoorschijn van de sinds twee jaar geclusterde wijkgemeenten binnen de protestantse gemeente ’s-Gravenhage (PGG), het „kerkenverband Den Haag Midden”, verspreid op het zand en op het veen, een geologische scheiding die vanouds samenvalt met een scheiding tussen rijkere en armere Hagenaren. De folder: „Samenwerken en gebruik maken van elkaars sterke kanten. Dat geldt niet alleen voor de voorgangers, maar ook voor de wijkgemeenten. Want waarom zou je, wonend in de Bomenbuurt, niet bij een jongerenkring van de Valkenboskerk gaan?”Het doel van Stek is tweeledig: Het verlenen van toerusting aan plaatselijke kerkelijke gemeenten en het opzetten en ondersteunen van diaconaal en sociaal-maatschappelijk werk in naam van protestantse kerken en kerkelijke organisaties in de hofstad. De organisatie is met 54 betaalde krachten en 1200 vrijwilligers de grootste Haagse vrijwilligersorganisatie, aldus Van Dijk.
De diaconie van de PGG is de grootste opdrachtgever voor Stek. Ook de burgerlijke gemeente verstrekt subsidie. „Bij sommige projecten ontmoeten we mensen die voor de overheid onbereikbaar zijn of worden we gezien als een samenbindende factor in een wijk. Dat weet het stadhuis.”
Lage drempel
De diaconale of sociaal-maatschappelijke activiteiten die Stek organiseert of ondersteunt, zijn divers. Zo verzorgt de stichting rouwbegeleiding bij de Laakkapel en geloofsopvoeding in de evangelisch-lutherse kerk. Maar ook het bemensen van De Nieuwe Loot, een ‘openluchtbuurthuis’, of het opvangen van vrouwen die uit de prostitutie willen stappen, behoren tot de activiteiten van Stek. „De kerk heeft een lagere drempel dan GGZ Parnassia of gespecialiseerde prostitutiehulpverlening. Mensen ervaren er veiligheid zonder dat onmiddellijk aan ze getrokken wordt. Bij opgebouwde contacten proberen we natuurlijk wel door te verwijzen.”
De sociaal-maatschappelijke activiteiten hebben een missionaire uitstraling, zegt Van Dijk, „al doet een organisatie als Youth for Christ dat weer anders. We hebben theologen in dienst, maar de gesprekken over God en geloof komen als er gelegenheid voor is. De missionaire presentie vullen wij verder in met het ter sprake brengen van zingevingsthema’s of gewoon beschikbaar zijn voor mensen in zorgen. Verder verzorgen we bij sommige projecten vieringen, die overigens nauwelijks overeenkomst hebben met een zondagse dienst in een klassiek-kerkelijke gemeente.”
Buurt- en kerkhuizen
Hoewel de hulpverlenende taken goed aanslaan, leidde dat bij wijkgemeenten van de PGG soms tot verdeelde reacties. De doordeweekse vieringen bij een ontmoetingsplaats als De Paardenberg in de wijk Transvaal lijken leden te trekken die ’s zondags wegblijven van hun thuisgemeente. „De Paardenberg zit in de oude Julianakerk. Deze gemeente is verdampt. De klassieke gemeenteopbouw bleek hier niet meer te werken. De nieuwe ‘buurt- en kerkhuizen’ lopen echter wel goed. De Paardenberg trekt wekelijks 500 bezoekers.”
Desondanks hebben veel wijkgemeenten tot vreugde van Van Dijk aangegeven dat ook De Paardenberg en De Oase volwaardig deel zijn van de PGG. „Kerkordelijk kan dat eigenlijk niet, maar we zijn erg blij met deze opstelling.”
Het voormalige kerkgebouw is vijf dagen per week open. „Kerk-zijn alleen op zondag is er eigenlijk niet meer bij in Den Haag. Als je daar naar kijkt, zie je leegloop. Maar invulling van gemeentezijn doordeweeks hoort er ook bij.”
Witte organisatie
Weinig kerken groeien in de hofstad, ontdekte Van Dijk in haar werk. De Gereformeerde Bondsgemeente Bethlehemkerk kent lichte groei, „maar die gemeente heeft een regionale functie.”
Ook migrantenkerken vormen volgens haar geen positieve uitzondering. Oorzaak: de financiële crisis. „Grote gevestigde migrantenkerken van Amerikaanse, Duitse of Koptische kleur redden het wel. Maar pinksterachtige groeperingen hebben het momenteel moeilijk. Mensen trekken weg op zoek naar werk en op den duur valt een gemeente uit elkaar.”
Over de samenwerking tussen Stek en de migrantenkerken is de directeur lovend. „We zijn eigenlijk een witte organisatie. Ik leer van migranten hoe ze omgaan met status, of hoe je problemen in een andere cultuur ter sprake kan brengen als hulpverlener.”
Leerzaam noemt Van Dijk de „vanzelfsprekende spiritualiteit” van Afrikaanse migranten. „Ik ben zelf vanuit de kerk gewend om te bidden op vaststaande momenten. Migranten kunnen elk moment bidden, ook tijdens een vergadering. Toen mij voor het eerst gevraagd werd zo plotseling een gebed te doen, schrok ik wel even. Inmiddels ben ik eraan gewend en ervaar ik die spontane houding als verrijkend.”
Dit is het 5e deel in een serie artikelen over kerkelijk leven en overleven in Den Haag die gisteren van start ging. Morgen deel 6.