Quotum voor schol 15 procent omlaag
De Europese visserijministers zijn het dinsdag na een marathonvergadering in Brussel eens geworden over de vangsthoeveelheden voor het nieuwe jaar. De Nederlandse vissers mogen volgend jaar 15 procent minder tong vangen, 3 procent minder schol en 40 procent minder horsmakreel.
Staatssecretaris Faber (Visserij) was ondanks een vermoeiende raad (er is 26 uur onderhandeld) heel tevreden over deze afspraken, zo gaf zij na afloop te kennen. Aanvankelijk leek het erop dat de vangsthoeveelheden drastischer zouden dalen.
Vaste verdeelsleutel
Op advies van biologen wilde landbouw- en visserijcommissaris Fischler de totale vangsthoeveelheid aan Noordzeetong verder terugbrengen van 19.000 ton dit jaar tot 14.300 ton in het nieuwe jaar. Uiteindelijk kwamen de ministers uit op een totaal van 16.000 ton. Nederland heeft volgens een vaste verdeelsleutel een aandeel van ongeveer 75 procent.
Faber vond het voorstel „een enorme klap voor de sector." Maar zij had oog voor het „voorzorgsbeginsel": ervoor zorgen dat er voldoende vis in de zee overblijft. „Die 16.000 ton doet iets minder recht aan het voorzorgsbeginsel, maar wel aan de sociaal-economische situatie in de sector."
Op aandrang van Faber wordt de haringvangst in de zuidelijke Noordzee verruimd, van 25.000 naar 42.600 ton. Haring uit dit deel is beter, vetter en brengt meer op. De vangst van de steeds populairdere blauwe wijting uit noordelijke wateren is vastgesteld op 180.000 ton, 20.000 ton meer dan de Commissie voor ogen stond.
Voor kabeljauw, een vis die volgens Brussel sterk met uitsterving wordt bedreigd, is de totale vangsthoeveelheid vastgesteld op 49.300 ton. Dat is 2 procent meer dan dit jaar.
Voorzitter D. Langstraat van het Productschap Vis noemt het resultaat teleurstellend. „Tien procent minder tong is best veel voor onze vissers", aldus Langstraat, die eraan toevoegt dat de Nederlanders zichzelf al beperkingen hadden opgelegd. Nederland telt circa 400 kotters die op tong en schol vissen. Als de prijs komend jaar tegenvalt, zullen, zo verwacht hij, meer vissers stoppen. Ook vindt Langstraat dat de verlaging van het tongquotum in schril contrast staat met de verhoging van het kabeljauwquotum. „Het is nu juist de stand van de kabeljauw waar het slecht mee gaat."
De vissersvoorman maakt zich vooral zorgen over de 40 procent afname van het Nederlandse quotum voor horsmakreel. Nederland telt vijftien zeer grote diepvriestrawlers voor deze vissoort, met samen zo’n 500 werknemers. „De moeilijkheid is dat er zo weinig biologisch onderzoek is naar horsmakreel. Het lijkt wel of die soort niet bestaat!"
Amper verdedigbaar
Het afzwakken van de voorstellen van de Europese Commissie is bij Fischler niet goed gevallen. Hij noemde de resultaten „maar amper verdedigbaar vanuit biologisch oogpunt." „Wij moeten de resultaten zien in het licht van de moeilijkheden van vissers", voegde Fischler daaraan toe.
Aangezien jarenlange vangstbeperkingen tot nu toe niet hebben geresulteerd in een verbetering van de visstand, hadden milieubeschermers gewaarschuwd voor lobbypraktijken die de visstand nog verder zouden schaden. Fischler zei dinsdag dat het compromis de 250.000 overgebleven vissers in de EU „een glimpje hoop" zou moeten geven. „Wij willen de boodschap afgeven dat wanneer vissers de visstand de kans geven zich te herstellen, zij daar in de toekomst voor beloond zullen worden", zei Fischler.