„Ik merk bij vertrekkenden weinig hartzeer”
„De situatie van de reformatorische kerken en school in Den Haag wordt steeds zorgelijker.” Zo luidde de noodkreet van J. Dijkshoorn, ouderling van de oud gereformeerde gemeente in Scheveningen, die hij eerder dit jaar naar de redactie stuurde.
Dijkshoorns noodkreet vormde mede aanleiding voor een serie artikelen over het kerkelijk leven in Den Haag. Het ledental van de traditionele kerken in Den Haag is in de afgelopen zestig jaar sterk gedaald.J. Dijkshoorn (60), inmiddels achttien jaar ambtsdrager van de oud gereformeerde gemeente in Den Haag-Scheveningen, maakt zich al langere tijd zorgen over het kerkelijk leven in de regeringsstad. De afgelopen jaren zag hij tientallen gezinnen uit Den Haag wegtrekken naar een betaalbaarderen ruimer huis in omliggende plaatsen, zoals Gouda, Moerkapelle en Boskoop.
Door hun vertrek kwam het voortbestaan van de enige reformatorische basisschool in Den Haag in gevaar, stelt Dijkshoorn. Het leerlingenaantal is inmiddels gedaald tot zo’n 100. „Binnenkort verlaten weer drie jonge gezinnen Den Haag. Dat is een groot verlies voor de school.”
Door een sterke daling van het aantal leden werd de gereformeerde gemeente in Den Haag-Zuid opgeheven. Vele andere kerken in de stad zijn gesloten of kregen een nieuwe functie, constateert Dijkshoorn. In 1996 werd de gereformeerde Westduinkerk bij hem in de buurt, die plaats bood aan 1000 kerkgangers, gesloopt. Op de plaats kwam een supermarkt.
Bezinning
Hoewel Dijkshoorn de keuze van gezinnen kan begrijpen, vindt hij het jammer dat velen er niet bij schijnen stil te staan dat de situatie voor de achterblijvers steeds nijpender wordt. „Ik heb het idee dat veel mensen zonder nadenken vertrekken en weinig hartzeer hebben over de nood in de stad. Door mijn noodkreet wil ik hen oproepen tot bezinning.”
Volgens de ouderling is het met enige goede wil best mogelijk om een betaalbare woning met tuin in Den Haag te vinden. „Drie kinderen van mij wonen in de stad en hebben een huis met een klein stukje grond. Het is dus wel te realiseren als je met iets minder genoegen neemt.”
Het ledenaantal van de oud gereformeerde gemeente in Scheveningen blijft sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw stabiel op zo’n dertig leden en doopleden. Een specifieke reden daarvoor kan Dijkshoorn niet noemen. „Het stemt slechts tot verwondering. De Heere houdt onze gemeente in stand.”
De gemeente doet niet aan evangelisatie. „De kerk gaat twee keer per zondag open en is toegankelijk voor iedereen”, antwoordt de ouderling. „Wat kunnen wij bovendien van de grond tillen?”
Ondanks de geringe grootte van de gemeente lukt het nog steeds om de ambten te vervullen. „Van de zeven manslidmaten zijn er twee ambtsdrager: een diaken van 76 jaar en ik.”
Of de situatie in zijn gemeente in de toekomst zo blijft, kan Dijkshoorn moeilijk inschatten. „Er zijn momenteel drie catechisanten. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
Anderzijds: nieuwe mensen zullen zich bij ons niet zo snel aansluiten. Die kiezen sneller voor een grotere gemeente. We hopen dat de De Heere er in zal voorzien.”
Waterbeken
De toekomst voor het geheel van de reformatorische kerken in Den Haag ziet hij somber in. „Nu is het nog mogelijk om reformatorisch te kerken, maar als de uittocht van leden zo doorgaat, zal dat niet lang meer duren.”
Niettemin geeft hij de moed niet op. „Het heeft er in de kerkgeschiedenis wel meer bedenkelijk voor gestaan. Onze verwachting is van de Heere. Hij neigt harten als waterbeken. In Romeinen 11 staat dat God Zijn kerk zal herstellen als Israël tot bekering komt.”
Zelf heeft de ouderling nooit overwogen om te vertrekken uit Den Haag. „Wellicht is het op de Veluwe makkelijker om kinderen bij de kerk tehouden, maar ik voel me geroepen om te blijven. Ik heb in de weg van Gods voorzienigheid hier een plaats gekregen.”
Vrijdag start op deze pagina een serie artikelen over kerkelijk leven en overleven in Den Haag.