„Amsterdam is helemaal niet in de war”
Zijn motie om geen zaken meer te doen met religieuze organisaties die alleen sollicitanten van de eigen richting aannemen, kreeg op twee stemmen na de steun van de gemeenteraad. Maar B en W van Amsterdam lieten dinsdag weten haar naast zich neer te leggen. „Tot mijn teleurstelling en verbazing”, aldus VVD’er R. Flos.
De oproep om niet meer in zee te gaan met christelijke organisaties zoals Scharlaken Koord en Youth for Christ gaat discriminatie volgens B en W niet tegen, maar is juist in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Organisaties met een helder omschreven identiteit mogen op grond daarvan extra eisen stellen aan de werving van personeel.Volgens B en W zou uw motie discriminatie eerder bevorderen dan tegengaan. Daar kunt u het mee doen.
Flos: „Ik ben teleurgesteld in de manier waarop het college de motie afdoet. Op het CDA na schaarden alle gemeenteraadsleden zich achter de oproep van mijn fractie om bij organisaties te letten op hun wervings- en selectiebeleid.”
Het college zegt dat u tornt aan het gelijkheidsbeginsel.
„Dat is de omgekeerde wereld. Het tegendeel is het geval. Dat religieuze organisaties mensen werven die passen bij hun identiteit, is prima. Maar niet als zij dat personeelsbeleid ook hanteren voor projecten die zij voor de gemeente gaan uitvoeren. Dan geldt de regel die ook voor de overheid van toepassing is: diversiteit bij het aannemen van sollicitanten.
Wat Youth for Christ doet in stadsdeel De Baarsjes vinden wij prima. De organisatie trekt voor haar eigen werkzaamheden christelijke mensen aan. Maar voor haar maatschappelijk werk in opdracht van de gemeente is een speciale stichting in het leven geroepen die breed werft. Het kan dus wel.”
Het college van B en W beroept zich in zijn standpunt op de Commissie Gelijke Behandeling, die zegt dat religieuze organisaties in het personeelsbeleid geen rekening mogen houden met ras en geslacht, maar wel met godsdienstige overtuigingen.
„Op dit punt wil ik graag een contra-expertise laten uitvoeren en enkele deskundigen de vraag voorleggen of het college de uitspraken van de CGB op een juiste manier heeft geïnterpreteerd. Wij vinden in elk geval dat christelijke organisaties niet mogen discrimineren als zij personeel werven dat nodig is bij de uitvoering van projecten voor de gemeente. Volgens mij is dat geen probleem. Ik ken rooms-katholieke scholen die breed werven. Ook zijn er rooms-katholieke zorginstellingen die mensen van een andere levensovertuiging aantrekken.”
Vicepremier Rouvoet zei onlangs over uw motie: Amsterdam is in de war.
„Geen sprake van. In Amsterdam hebben we steeds vaker met dit soort kwesties te maken. De vraag is: hoe gaan we ermee om? Wij staan pal voor een scheiding tussen publiek en privaat domein. Religie is een private kwestie.”
Draagt uw oproep niet bij aan een, om met de woorden van burgemeester Cohen te spreken, klimaat van seculier meerderheidsdenken waarbij religieuze minderheden zich onveilig voelen?
„Als er iets voor mij duidelijk is, dan is het wel dat de overheid er niet is om achtergestelde religies een helpende hand te bieden. De overheid moet neutraal zijn.”
Betekent dat niet dat zij zowel algemene als religieuze organisaties aantrekt bij de uitvoering van allerlei taken?
„Wat mij betreft niet. Ik vind dat een overheid van instellingen waarmee zij zakendoet mag verwachten dat zij in het personeelsbeleid niemand op grond van culturele of religieuze overwegingen uitsluiten. De overheid doet dat zelf ook niet. Gebeurt dat wel, dan moet je op zoek naar een andere instelling.”