Dat zei vicepremier en minister voor Jeugd en Gezin Rouvoet dinsdagmiddag in het Tweede Kamergebouw in Den Haag waar hij de nota ”Duurzaam werken” –met daarin de inzet voor de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen in 2010– van de vakorganisatie RMU in ontvangst nam.Rouvoet nam daarmee scherp afstand van de woorden van minister Donner (Sociale Zaken) eerder deze week. Volgens hem zouden ouderen aan het eind van hun loopbaan financieel een stapje terug moeten doen om aantrekkelijker te worden voor werkgevers. Ouder personeel zou in Nederland relatief duur zijn omdat hun productiviteit lager ligt en hier het loon ten opzichte van andere landen langer meestijgt met de dienstjaren.

Volgens Rouvoet draait het bij de inzet van ouderen op de arbeidsmarkt echter niet alleen om geld en kan „grijs” een bedrijf juist „kleur” geven. „Ouderen hebben kennis van het bedrijf, van de werkprocessen en van sectorale ontwikkelingen. Ik zou tegen bedrijven willen zeggen: benut die kennis door hen meer in te zetten bij het coachen van jonge werknemers.”

Volgens Rouvoet beschikken jongeren wel over vakkennis, „maar dat is iets anders dan weten hoe het er in een baan, in het contact met collega’s of klanten aan toegaat.” Eerder deze week stelden ook CDA, PvdA en ChristenUnie al dat Donner een te eenzijdig beeld oproept van oudere werknemers.

RMU-voorman Peter Schalk vroeg Rouvoet bij de aanbieding van de nota om aandacht voor de positie van gezinnen. Die moeten volgens hem niet fiscaal worden afgestraft wanneer zij de „keuze maken om zelf voor hun kinderen te willen zorgen.” Schalk noemde het daarom „onbegrijpelijk” dat, zoals deze krant eerder meldde, kostwinnersgezinnen tot ruim 80 procent meer belasting betalen dan tweeverdieners met hetzelfde gezinsinkomen. De geleidelijke afbouw van de overdraagbare heffingskorting voor de niet-werkende partner zal dit verschil op termijn nog verder vergroten

Volgens Rouvoet was zonder bemoeienis van de ChristenUnie de heffingskorting echter helemaal verdwenen. „Maak u daarover geen illusies. Gelukkig hebben we nog enkele uitzonderingen, zoals voor gezinnen met jonge kinderen, kunnen realiseren.”