„Koop aandelen als de kanonnen bulderen”
De dreiging van een oorlog is voor de beurzen erger dan de oorlog zelf. Bij een succesvolle opmars van de Amerikanen in Irak kan daarom een „opluchtingsrally” op de internationale effectenmarkten losbarsten.
Dat zegt Th. Kraan, oud-hoofd beleggingen van ABN Amro en nu directeur effecten bij ING-dochter CenE Bankiers. Hij ziet parallellen met de eerste Golfoorlog.
Bij de eerste troepenconcentraties in de Golfregio in juli 1990 ging het op de beurs in Amsterdam snel omlaag. De AEX-index verloor in een halfjaar 30 punten van de 130. Toen de eerste bommen op Bagdad vielen, veerde de graadmeter in drie maanden tijd terug naar het oude niveau.
Iets dergelijks kan ook nu gebeuren, zegt Kraan. Als de politieke spanningen inderdaad verdwijnen, is het mogelijk dat in de tweede helft van het jaar de index met 60 procent omhooggaat. Dat zou een eindstand opleveren van tegen de 400. De graadmeter staat nu rond de 250.
Het vertrouwen van de particuliere belegger is de laatste jaren zwaar op de proef gesteld. Aan zijn lijden lijkt gezien de Ahold-affaire nog geen einde te zijn gekomen. Toch zal hij de kar moeten trekken. De grote instituten, met name de pensioenfondsen, worstelen met de grote verliezen die zij hebben opgelopen. Zij kunnen daardoor niet meer de hand onder de markt houden zoals zij bij een tijdelijke inzinking in 1987 deden.
Voor de kleine belegger is volgens Kraan de tijd van handelen gekomen. Door de sterk gedaalde koersen zijn de dividendrendementen van bijvoorbeeld de financiële waarden en degelijke fondsen zoals Koninklijke Shell en Unilever heel aantrekkelijk geworden.
„Het is zaak nu op flauwe dagen te kopen, maar niet te gretig te zijn. En ik koop altijd het liefst van bange, witte gezichten. Verkopen bij klaroengeschal, kopen als de kanonnen afgaan”, zo houdt Kraan beleggers voor. Geld ligt er genoeg klaar aan de kant van de markten. En de tijd is rijp. Toch wijst Kraan erop dat de vergelijking met de tijd rond de eerste Golfoorlog met de huidige situatie niet geheel opgaat. De grote onzekerheid op de markten gaat nu gepaard met een stokkende economie. Dat deze „adempauze” na een uniek lange reeks van voorspoedige jaren langer duurt dan menigeen verwachtte, verbaast Kraan niet.
De beurs van Amsterdam heeft het geluk van oudsher erg sterk op Amerika te zijn gericht. De economie daar beoordeelt Kraan op dit moment als redelijk bemoedigend. „Bedrijven kunnen niet eindeloos doorgaan met bezuinigen en vervangingsinvesteringen kunnen niet veel langer meer uitblijven.”
Dat er in de VS meer muziek lijkt te zitten dan in de economieën elders, schrijft de beleggingsdeskundige vooral toe aan de doortastendheid die Amerikanen eigen is. Juist het gebrek daaraan houdt landen zoals Japan en Duitsland in een wurggreep. Te veel overleg frustreert een snelle besluitvorming.
Dat een oorlog tegen Irak de VS juist veel economische groei oplevert, zoals cynici beweren, bestrijdt Kraan. Economen in de VS hebben berekend dat het bruto nationaal product in het gunstigste geval een extra impuls krijgt van 0,2 procentpunt.
Kraan begrijpt de schuwheid van de particuliere belegger heel goed. Dat geldt zeker voor degenen die op een eerder tijdstip de moed hadden weer in de markt te stappen en door de gevolgen van het Ahold-drama nieuwe klappen opliepen. Toch houdt Kraan vol dat de tijd rijp is om voorzichtig in te stappen.