Als bedelaar met bedelaars onderweg
Het kruis, de mens als bedelaar, tekstgebonden preken, zorgen over de vervlakking, bewogenheid met de naaste. Het zijn thema’s die in een gesprek met ds. J. E. de Groot telkens terugkeren. „Ik houd niet van druktemakers.”
Ds. De Groot (64), hervormd predikant te Ede, is met emeritaat. Iets eerder dan anders, want het echtpaar De Groot gaat parttime terug naar Peru, het land waar ze van 1979 tot 1986 als zendeling werkten. „Ons hart ligt daar. Ik heb ook achttien jaar in het hoofdbestuur van de Gereformeerde Zendingsbond gezeten. Als het gaat om de dingen van Gods Koninkrijk, zie ik dat graag wereldwijd. De Heere werkt overal. Kijk naar de jonge kerken, naar de kerk in de verdrukking, naar christenen die zuchten onder vervolging. Dwars door alles heen gaat de Heere voort met Zijn eigen werk.”Floor en Doornenbal
In 1972 werd J. E. de Groot bevestigd als hervormd predikant in Neerlangbroek, onder Doorn, de streek van Wulfert Floor en ds. Jac. Doornenbal. „Hun invloed kon je daar nog merken. Het was een bevindelijke streek, waar mensen met veel vragen leefden, over de toe-eigening van het heil, over het heilig avondmaal, over het geestelijk leven. Ik heb geprobeerd nodigend en helpend te preken, om vanuit de Schrift de weg te wijzen naar het kruis. Kohlbrugge zegt: Ben ik verkeerd, of ben ik bekeerd, het maakt voor God geen verschil. We zijn allemaal goddelozen die door genade gerechtvaardigd moeten worden.”
Als predikant heeft ds. De Groot naast zijn gemeenteleden willen staan. „Neem het beeld van de bedelaar. De ene bedelaar neemt de andere bedelaar bij de hand, om samen de weg te gaan naar Hem bij Wie het brood des levens te krijgen is.
Na Neerlangbroek kwam Middelharnis, waar hij na anderhalf jaar alweer afscheid preekte. De zending trok. „Het was zowel voor ons als voor de gemeente een schok. Nu al weer weg? Ik heb er erg mee gezeten wat de weg van de Heere was. De zending had mensen nodig, en de GZB had wel geld, maar geen mensen. Dat greep ons aan.”
Acht jaar was het echtpaar De Groot in dienst van de zending, waarvan het grootste deel in Peru. Ds. De Groot gaf daar toerusting aan voorgangers. Zijn echtgenote deed er medisch werk. Na Peru diende ds. De Groot de gemeenten Gorinchem, Vlaardingen en Ede.
In Peru heeft de predikant aan voorgangers en kerkleiders door willen geven wat hij zelf geleerd had. „Samen probeerden we de Schrift te lezen, met de vraag: Wat staat hier nu precies? En wat betekent deze tekst nu voor ons vandaag? Het is van belang dat je tekstgebonden preekt, dicht bij de Schrift, om zo de boodschap ervan aan het hart van je medemens te kunnen leggen.”
In zijn laatste gemeente, Ede, voelde ds. De Groot zich bevoorrecht. „Je kunt hier nog grote aantallen mensen bereiken. Er zijn hier zo veel mogelijkheden om het net breed uit te kunnen werpen. In Ede is nog een antenne voor het Woord. Aan de andere kant: op de Veluwe is echt sprake van de volkskerk. Dat heeft mooie kanten. Maar je hebt hier ook veel mensen die geen echte keuze meer maken. Men is als vanzelf lid van de gemeente. En als er kinderen geboren worden, moeten die natuurlijk ook gedoopt worden. Als je dan wat doorvraagt naar de beweegreden ervan en naar de betrokkenheid bij de gemeente, komen er soms niet zo veel antwoorden.”
In de periode waarin ds. De Groot zijn ambtelijke dienst verrichtte, zag hij in Nederland de kerkelijke neergang, de vervlakking. „Het ging sluipend, maar het gaat nu wel erg hard, in alle verbanden. Ik lijd eraan als mensen het af laten weten. Soms ben je bang dat het tussen onze vingers doorglipt. Bij tijden ben ik er erg bezorgd over. Maar mismoedig word ik niet, want de Heere houdt Zelf Zijn gemeente in stand. Waar Hij op de ene plaats deuren sluit, gaan soms elders andere deuren open.”
Het is de bedoeling dat het predikantsechtpaar tweemaal per jaar zes weken lang in Peru verblijft. „Het leven is net een grote puzzel, waarvan de stukjes van Hogerhand bij elkaar worden gelegd, netjes één voor één, totdat alles op zijn plek ligt.” Op drie plaatsen in Peru zal ds. De Groot Bijbelcursussen en toerustingsbijeenkomsten verzorgen. „De rijkdom van de Schrift moet open, ook in Peru. Op onze beurt hebben wij van de Peruanen geleerd hoe je blijmoedig de Heere kunt dienen. Dat is de wederkerigheid van Efeze 3, dat je dus echt bereid bent om van elkaar te leren.”