Vergeten groep klem met AOW
Nederlanders die in een ontwikkelingsland voor een lokale organisatie gewerkt hebben en niet zijn uitgezonden door een Nederlandse organisatie, komen in de problemen met hun AOW, legt Kees Hulsman uit. Zij zouden, net als migranten, hun AOW achteraf moeten kunnen inkopen.
Nederlanders die ouder zijn dan 65 jaar, ontvangen AOW. De hoogte van de uitkering bedraagt 2 procent van het volledige AOW-pensioen voor ieder jaar dat iemand tussen zijn of haar 15e en 65e jaar in Nederland heeft gewoond en niet in het buitenland heeft gewerkt. Wie in het buitenland woont of werkt, bouwt over die periode dus geen AOW op.Voor Nederlanders die wonen in westerse landen geeft dat weinig problemen. Zij kunnen ter plekke aan de opbouw van een pensioen werken dat vergelijkbaar is met de AOW. Ook is het mogelijk om vrijwillig bij te verzekeren. Op die manier kunnen Nederlanders die werken in landen zonder goede sociale voorzieningen toch hun AOW-opbouw op peil houden.
Voor migranten de voor het eerst naar Nederland komen is er een aparte regeling. Om te voorkomen dat zij op hun oude dag in financiële problemen raken, kunnen zij zich –vaak voordelig– inkopen in de AOW. Zij moeten zich daarvoor op eigen initiatief melden bij de Sociale Verzekeringsbank, die dan op basis van in het land van herkomst genoten inkomen een berekening maakt hoeveel betaald moet worden.
Er is echter één groep Nederlanders die toch in de problemen komt als het gaat om de AOW. Dat betreft mensen die in een ontwikkelingsland voor een lokale organisatie gewerkt hebben, en niet zijn uitgezonden door een Nederlandse hulporganisatie.
Dialoog
Ik wil dit illustreren aan de hand van de persoonlijke situatie van mijn vrouw en mij. In 1995 zijn we naar Egypte gegaan om daar een instituut op te zetten ter bevordering van de dialoog tussen verschillende levensbeschouwingen en culturen. Vrijwillig bijverzekeren was destijds geen optie, want we leefden van een laag, lokaal salaris. Het toen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) genoemde maximumbedrag voor vrijwillig bijverzekeren lag boven onze mogelijkheden.
We hebben in die vijftien jaar veel bereikt. Ons instituut, het Center for Intercultural Dialogue and Translation in Cairo, heeft nu twintig medewerkers en trekt jaarlijks tientallen stagiairs uit de hele wereld. Via gerichte documentatie willen we betrouwbare voorlichting bevorderen over de relaties en ook spanningen tussen bijvoorbeeld christenen en moslims in Egypte.
We hebben daartoe de plaatselijke media nauwgezet en systematisch gevolgd. Er is een elektronische bibliotheek opgezet met zo’n 30.000 vaak unieke teksten (arabwestreport.info), die breed geprezen wordt door mensen als prins Hassan van Jordanië, oud-premier Van Agt en honderden Egyptische intellectuelen en religieuze leiders.
In maart 2008 heeft ons instituut een belangrijke rol gespeeld bij het indammen van de spanningen rond de film ”Fitna” van Geert Wilders. We organiseerden binnen enkele dagen een programma voor een delegatie van Nederlandse kerken en islamitische organisaties. Zij spraken onder meer met het hoofd van de Al-Azhar, het belangrijkste theologische instituut van de soennitische islam. De delegatie kreeg telefonische complimenten van premier Balkenende. Naar aanleiding van deze reis ontstond in Nederland een permanent overleg orgaan tussen christenen, joden en moslims.
We hebben eerst geleefd op de inkomsten uit freelancewerk voor Nederlandse media. Pas na enkele jaren ontvingen we financiële steun van een aantal Nederlandse en Duitse ngo’s. Die was echter onvoldoende voor betaling van premies voor pensioen en AOW. Dat was de hoofdreden voor ons om naar Nederland terug te keren.
Terug in Nederland ontdekten we echter dat we ons AOW-gat niet meer kunnen dichten. Onszelf inkopen in de AOW, zoals mogelijk is voor migranten, is voor ons niet haalbaar. Je kunt dus beter als migrant naar Nederland komen dan als Nederlander terugkomen naar je geboorteland.
Goed werk
Volgende week komt de inkoopregeling voor de AOW in de Tweede Kamer aan de orde. In het huidige kabinetsvoorstel is de door mij bedoelde groep Nederlanders vergeten. Nederlanders die bereid waren jarenlang tegen een lokaal salaris goed werk te verrichten, kunnen niet genieten van een in financieel opzicht onbezorgde oude dag. Dat is onrecht tegenover een groep die vergeten is omdat hij klein is en niet georganiseerd.
Nederlanders die vertrekken naar een ontwikkelingsland, zijn verplicht zich uit te schrijven. Zij worden beschouwd als geëmigreerd en bestaan dus niet meer voor de overheid. Terwijl de landen waar je werkt je als gast beschouwen en je daar nooit permanent kunt blijven.
Het totale aantal Nederlanders dat voor een lokaal salaris werk heeft verricht in ontwikkelingslanden is onbekend, maar waarschijnlijk gaat het om enkele honderden. De Evangelische Zendingsalliantie (EZA), die ruim 1000 ontwikkelingswerkers vertegenwoordigt, heeft mij tal van gevallen gemeld van teruggekeerde Nederlanders die hun AOW-gat niet meer kunnen repareren of bij wie dit in de toekomst dreigt te gebeuren.
Deze mensen zouden enorm geholpen zijn als zij zich in de AOW konden inkopen op dezelfde voorwaarden als migranten in het kabinetsvoorstel krijgen aangeboden. Daarbij zou, net als bij migranten, de inkoopsom gekoppeld moeten worden aan het in die landen genoten salaris.
Onjuiste informatie
Daar komt bij dat de SVB aan vertrekkende Nederlanders lange tijd onjuiste of in elk geval onvolledige informatie heeft gegeven. Mij is pas later gebleken dat ik mij bij vertrek had kunnen bijverzekeren voor een veel lager bedrag dan de SVB-ambtenaar noemde. Mijn vrouw, afkomstig uit Egypte, had zich eveneens vrijwillig kunnen bijverzekeren. Maar toen wij de SVB vroegen wat vertrek naar Egypte voor ons zou betekenen. was er niemand die op het idee kwam mijn vrouw te adviseren eerst de jaren voor haar komst naar Nederland in te kopen. Nu kan dit volgens de huidige regels niet meer.
De SVB werkt hard aan een betere informatieverstrekking, maar daarmee zijn wij en al die anderen die nu getroffen worden door een onvolledige en onzorgvuldige voorlichting uit het verleden niet geholpen. Dat is onrechtvaardig en wij hopen daarom dat de Tweede Kamer zijn verantwoordelijkheid hierin zal verstaan.
De auteur is correspondent van deze krant voor Egypte en richtte met zijn vrouw het Center for Intercultural Dialogue and Translation in Cairo op.