Binnenland

Moszkowicz wil dat justitie vervolging De V. staakt

Politie en justitie hebben in het onderzoek naar A. de V. (Vries) zo veel steken laten vallen, dat zijn strafvervolging onmiddellijk moet worden gestaakt. Dat betoogde advocaat A. Moszkowicz dinsdag bij de rechtbank in Almelo. Justitie verdenkt De V. (34) van brandstichting op 13 mei 2000 bij het Enschedese vuurwerkbedrijf S.E. Fireworks.

ANP
18 December 2001 17:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:19

Volgens de raadsman is justitie vooral over de schreef gegaan bij het onderzoek naar de kleding van De V. en bij de inzet van undercoveragenten in het huis van bewaring waar De V. verbleef. Ook is de vermeende brandstichter onderworpen geweest aan verhoortechnieken die niet door de beugel zouden kunnen. De politie heeft getracht „langs slinkse wegen" De V. een bekentenis te laten afleggen.

Bekend is inmiddels dat op kleding van De V. sporen van vuurwerk zijn aangetroffen. Het staat echter nog niet vast of die sporen afkomstig zijn van vuurwerk van S.E. Fireworks.

Justitie heeft tot tweemaal toe een undercoveragent in het Huis van Bewaring geplaatst, die beiden de opdracht hadden met de V. in contact te komen om zijn betrokkenheid bij de rampzalige brand vast te stellen. Volgens Moszkowicz komen beide acties in wezen op hetzelfde neer als een verhoor. Bij een verhoor moet een verdachte echter gewezen worden op zijn recht te zwijgen.

De rechtbank in Almelo gaat zich beraden over het verzoek van Moszkowicz om de strafzaak tegen De V. ongeldig te verklaren. De uitkomst daarvan wordt op 10 januari bekendgemaakt. De president van de rechtbank, G. Stoové, wil niet over „één nacht ijs gaan en ruimschoots de tijd nemen om een aantal feitelijke en juridische punten op een rij te zetten".

Officier van justitie H. Stam vindt dat het openbaar ministerie goed heeft gewerkt en dat de inzet van de twee politie-infiltranten wel degelijk rechtmatig is geweest. De aanleiding tot de inzet van de undercovers was de bekentenis van De V. tegenover een medegevangene in het huis van bewaring in Almelo in maart vorig jaar.

„Omdat de eerste inzet slechts twee dagen zou duren, heb ik geen toestemming gevraagd aan het college van procureurs-generaal. Wel was de rechter-commissaris op de hoogte", aldus Stam.

De inzet van de tweede politie-infiltrant in het huis van bewaring in Maastricht was voor de duur van maximaal vier weken. De officier vroeg in dit geval, gezien „de ernstige mate van ingrijpen in het persoonlijk leven van De V." wel toestemming van het college en hij legde de voorgenomen operatie voor aan de speciale commissie van justitie die bijzondere opsporingsmethoden toetst.

De undercover is in totaal 29 dagen ingesloten geweest en heeft daar een vertrouwensband opgebouwd met de verdachte. De officier benadrukte dat beide infiltranten het initiatief aan De V. hebben gelaten. Stam: „Hij heeft zelf het onderwerp aan de orde gesteld en vertelde over zijn betrokkenheid bij de brand."

De gesprekken die de infiltranten hebben gevoerd met de vermeende brandstichter, zijn niet opgenomen. Moszkowicz „weet wel waarom". Hij gelooft niet dat het initiatief aan zijn cliënt is overgelaten.

Op 10 januari wordt de zaak voortgezet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer