Nogal wat migrantenkerken worden de laatste tijd geconfronteerd met de kwestie mensenhandel en mensensmokkel, berichtte SKIN woensdag. Veel slachtoffers vinden uiteindelijk een plek in kerkgemeenschappen „waar hun onderdak en bescherming geboden wordt en in veel gevallen ook pastorale zorg.”De problemen rondom deze mensen zijn enorm, aldus SKIN, een vereniging van migrantenkerken en -gemeenschappen. „Slachtoffers beschikken vaak niet over geldige verblijfsdocumenten en hebben te kampen met allerlei traumatische ervaringen.”

De komende tijd belegt SKIN verschillende bijeenkomsten met onder andere de Protestantse Kerk in Nederland (ICCO/Kerk in Actie) en met andere organisaties die zich bezighouden met kwesties rond migratie, mensenhandel en mensensmokkel, waaronder BLinN, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de nationale recherche, om te zoeken naar oplossingen.

Op initiatief van SKIN heeft een commissie een praktisch document opgesteld waarin richtlijnen worden gegeven aan met name migrantenkerken hoe zij slachtoffers van mensenhandel en van mensensmokkel kunnen helpen. „Daarnaast wil SKIN haar ervaring gebruiken om mensenhandel en mensensmokkel in de landen van herkomst te voorkomen, zodat personen in een kwetsbare positie zich meer bewust worden van dit gevaar.”

Op 21 december zal de leider van het project, ir. Hauw Han, het document in het Kivi Niriagebouw in Den Haag overhandigen aan minister Hirsch Ballin van Justitie.

Nederland telt honderdduizenden christenmigranten uit Azië, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika. Zij wonen met name in de grote steden. Op dit moment zijn vijftig kerken aangesloten bij SKIN „en hun aantal groeit.” SKIN stelt zich ten doel migrantenkerken in contact te brengen met Nederlandse kerken, de overheid en andere organisaties.