De geboren Oekraïner staat in het Zuid–Duitse München terecht wegens medeplichtigheid aan de moord op bijna 28.000 joden, onder wie een groot aantal Nederlanders.Volgens advocaat Ulrich Busch is zijn 89–jarige cliënt al in Israël voor dezelfde misdaden aangeklaagd en veroordeeld. Hiermee zou het proces in München in strijd zijn met de grondregel dat een verdachte nooit twee keer kan worden aangeklaagd voor dezelfde misdaad. Bovendien zou justitie Demjanjuk op illegale wijze in handen hebben gekregen, omdat hij onder dwang uit de Verenigde Staten naar Duitsland is gebracht.

Op de tweede dag van het proces tegen Demjanjuk beschuldigde staatsaanklager Hans Joachim Lutz de verdachte van het de dood injagen van duizenden joden in het nazivernietigingskamp Sobibor in Polen. Volgens Lutz wist Demjanjuk dat het de bedoeling was in Sobibor joden uit te roeien.

De aanklager stelde dat Demjanjuk er op toezag dat joden van de treinen werden gehaald, zich moesten uitkleden en naar de gaskamers werden gebracht. „Hij nam uit vrije wil deel aan de moord op zeker 27.900 mensen, die vanuit Nederland, alsmede met andere transporten, met vijftien treinen naar Sobibor waren gebracht”, zei Lutz.

Rudolf Salomon Cortissos, een Nederlandse overlevende van de Holocaust, brak tijdens de zitting uit in tranen. Hij zwaaide met een brief die zijn moeder uit het raam van een trein had gegooid, voordat ze naar de gaskamers werd gebracht. „Dit is het enige wat ik heb”, zei Cortissos na afloop van de zitting.

Demjanjuk volgde de zitting vrijwel bewegenloos vanaf een stretcher. Hij wilde niet reageren op de beschuldigingen aan zijn adres. Zijn advocaat Busch liet weten dat was afgesproken geen verklaring te geven.