Cultuur & boeken

„Het rampjaar 1948”

Titel:

26 February 2003 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 00:09

”Weerzien met Ramallah”
Auteur: Moeried Barghoetti
Uitgeverij: Bulaaq, Amsterdam; 2002
ISBN 5460 070 5
Pagina’s: 192
Prijs: € 17,95. Als in een boek over het Palestijns-Israëlische conflict 1948 een rampjaar wordt genoemd, dan weet je eigenlijk al genoeg. Toch is het niet eerlijk om een boek alleen op dit simpele zinnetje te beoordelen. Ook voor een overtuigde Israëlvriend kan het geen kwaad de situatie eens van de Palestijnse kant te bekijken. Al kun je dan beter een minder eenzijdige uitgave pakken dan ”Weerzien met Ramallah”.

In een begeleidend schrijven citeert uitgeverij Bulaaq een Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper die ”Weerzien met Ramallah” „een van de mooiste verslagen van de Palestijnse ontheemding” noemt. Of dat zo is, is voor een buitenstaander, die niet echt thuis is in de Arabische literatuur, niet te beoordelen.

Wanneer de nadruk echter wordt gelegd op de Palestijnse ontheemding, dan zou dat mogelijk zijn. Want auteur Moeried Barghoeti heeft zeker een prettige manier van schrijven. Er zitten absoluut stijlpareltjes in zijn boek. Zo vergelijkt Barghoetti op bladzijde 11 de rivier de Jordaan met een auto die in de garage staat. „Vroeger maakte de Jordaan geluid, maar nu was hij een stille rivier, als een auto die in de garage staat.” Wie ooit de smalle sloot die luistert naar de naam Jordaan gezien heeft, weet dat dit dé omschrijving is.

Nog een bloempje, op bladzijde 156, waar hij de ballingen van Palestina beschrijft: „Zelfs in het net van de visser draagt de vis nog altijd de geur van de zee.” Je moet toch wel enig niveau hebben als dit soort beeldspraken, zelfs na vertaling in het Nederlands, nog overkomen bij de lezer.

Het moet gezegd: hier houdt mijn waardering voor het boek op. Ik heb echt geprobeerd dit Palestijnse ontheemdingsverslag onbevangen te lezen en niet bij voorbaat te struikelen over ieder zinnetje waarin Israël weer eens als de grote agressor wordt bestempeld.

Al komt die opmerking over het rampjaar 1948 toch wel heel hard aan. Want de vestiging van de staat Israël wordt in orthodox-christelijke kring in Nederland, niet ten onrechte, toch nog altijd gezien als een van de grootste wonderen van de twintigste eeuw. En dan juist die historische gebeurtenis in het boek consequent als „de ramp” aangeduid te zien worden, dat is even slikken.

Vuilnis ophalen
”Weerzien met Ramallah” is geen geschiedenisboek. Dat wil het ook niet zijn, maar het kan geen kwaad dit nog eens nadrukkelijk te constateren. Want als je gaat denken dat dit een waarheidsgetrouw verslag is van de geschiedenis van het conflict tussen Israël en de Palestijnen, dan word je bedrogen. Hoe mooi Barghoetti het ook in woorden verpakt, voor hem is Israël de veroorzaker van al het leed dat de Palestijnse bevolking is overkomen sinds 1948. En dat is natuurlijk niet zo, ook al is het wel heel goed te begrijpen dat iemand die weet waarover hij schrijft, het zo ervaart.

Toch is het trieste van het boek nog niet eens de eenzijdige benadering. Het meest trieste is dat Barghoetti met feiten onderbouwt dat de Palestijnen juist van hun Arabische broeders tot op de dag van vandaag niets hebben te verwachten. In Libanon bijvoorbeeld mogen Palestijnen zo veel beroepen niet uitoefenen, dat ze alleen nog maar vuilnis kunnen ophalen en schoenen poetsen, zoals de schrijver het noemt (bladzijde 144). Een pijnlijke constatering, die duidelijk maakt dat er meer aan de hand is dan de Israëlische bezetting.

Geschiedvervalsing
Een heel zwarte bladzijde in het boek is bladzijde 161. „Sommige Israëli’s hebben medelijden met ons, maar sympathie voor onze ’zaak’ en ons verhaal kunnen ze niet opbrengen.” Dat is klinkklare onzin. Er zijn in Israël vele tienduizenden mensen die die sympathie wél kunnen opbrengen. Al doen de radicale Palestijnse groeperingen er al jaren alles aan die groep zo snel mogelijk te laten slinken.

Erger vind ik het volgende citaat op dezelfde bladzijde: „Ik weiger het geklets te accepteren over twee volkeren die beide evenveel recht op dezelfde grond hebben, omdat ik niet accepteer dat een god ergens daarboven het politieke leven hier op aarde bestiert.” Wat moet je met zo’n atheïstische opmerking in een conflict dat tot in de kleinste details doordrenkt is van religie?

Waarschijnlijk is deze constatering de opmaat tot een volgend citaat op bladzijde 162: „Toen ze (de Joden, redactie) onze ruimte volledig in beslag namen en ons wegjoegen, plaatsten ze niet alleen ons, maar ook zichzelf buiten de wet van de gelijkheid. Ze werden onze vijand.”

Een staaltje van geschiedvervalsing pur sang. De Joden hebben namelijk in 1948 de Palestijnen niet weggejaagd, maar omdat de Arabische landen het delingsplan van de VN niet wilden accepteren en direct de oorlog verklaarden aan de Joodse staat, kon Israël niet anders dan vechten voor z’n bestaan. En daaruit is uiteindelijk de bezetting ontstaan. Je kunt het een niet loskoppelen van het ander.

Het zijn zomaar wat willekeurige grepen uit een reservoir van eenzijdigheid. Maar wel eenzijdigheid geboren uit persoonlijke betrokkenheid. Wie dat incalculeert, kan het boek lezen zonder boos te worden. Misschien is zo’n persoonlijk verslag altijd wel eenzijdig en zou een Joodse schrijver het er niet veel beter hebben afgebracht.

Al lezend, bekroop me een triest gevoel. Het was het gevoel de stem te horen van iemand die, namens zijn volk, de wereld aanklaagt voor het feit dat zijn volksgenoten altijd vertrapt zijn en aan de kant geschoven.

De fout van het boek is niet dat dit ook niet-Arabieren onder de ogen wordt gebracht. De fout van het boek is wel dat alleen Israël verantwoordelijk wordt gehouden voor alle ellende. Dat is onjuist, al wordt de constatering daarmee niet minder pijnlijk en niet minder waar.

Hoezeer je ook achter het Joodse volk staat en hoezeer de schuld van alle ellende die de Palestijnen nu overkomt ook gezocht kan worden bij het extremisme in hun eigen boezem, toch kan het lijden van de Palestijnen ook vrienden van Israël niet onberoerd laten. Om dat te weten, hoef je echter ”Weerzien met Ramallah” niet te lezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer