„Jongere luistert naar echte bezieling”
Welke raad is er te geven aan een reformatorische school die een kwarteeuw bestaat? „Vraag u af of u uw werk werkelijk met bezieling doet.”
Vanuit allerlei geledingen klonken vrijdagmiddag adviezen tijdens een symposium ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Jacobus Fruytierscholengemeenschap in Apeldoorn, Rijssen en Uddel. Boersma van de Besturenraad: „Graag aandacht voor burgerschap. Het Wartburg College doet mooie dingen in Rotterdam. Laat de Fruytier dat in Apeldoorn doen. Misschien heeft die boze wereld er veel baat bij.”Van Kooten, vader: „Maak ook de architectuur van het schoolgebouw opener. Bijvoorbeeld door een ruimte met een glazen dak aan te brengen.”
Ook directievoorzitter Volp-Kortenhorst van het Etty Hillesum Lyceum in Deventer pleitte voor openheid: „Stimuleer uw leerlingen hun maatschappelijke stage buiten hun reformatorische netwerk door te brengen.”
Volp zei het niet in alles met het beleid van de reformatorische scholen eens te zijn. „Geef de medezeggenschapsraad instemmingsrecht. Dat doet geen afbreuk aan de positie van het bevoegd gezag.”
„Tweetalig onderwijs is best, maar leer de kinderen eerst goed Nederlands”, adviseerde oud-leerling Wouter, griffier bij de rechtbank in Almelo. „Een gemiddelde hbo’er kan geen fatsoenlijke brief schrijven.”
Leerling Hans van ’t Land: „Zorg dat leerlingen die niet meedoen met kijken naar dvd’s en luisteren naar popmuziek daarvoor openlijk kunnen uitkomen: bespreek die onderwerpen in de klas. Graag ook meer Bijbelstudie. En aandacht voor de Drie Formulieren van Enigheid; we onderschrijven ze, maar ik heb ze nog nooit gelezen.”
Directievoorzitter drs. F. A. van Hartingsveldt toonde de congresgangers multomapblaadjes met de eerste notulen, uit 1974. „De oprichters zetten zich niet af tegen de bestaande christelijke scholen, maar ze ervoeren dat hun opvoeding krachteloos werd gemaakt door wat hun kinderen daar hoorden. Hoe geven we het reformatorisch onderwijs gestalte? Als bedelaars, afhankelijk van Gods zegen om de boodschap van de Bijbel door te geven en voor te leven?”
Invoelen
De school kwam er in 1984 en maakte een grote groei door. „Hoe bezield zijn we als docenten bezig”, vroeg drs. K. Tippe zich af. „Ik ben soms zo bang voor bloedarmoede bij mezelf en bij anderen. Het schoolleven is vaak een sleur; we moeten allerlei doelen halen. Maar kennen we de Schrift en het mensenhart?”
„Onze school is dankzij bezieling ontstaan: ouders kwamen in gewetensnood, de doopbelofte woog zwaar, ze wisten van de opdracht opkomende generaties het toebetrouwde pand door te geven”, zei oud-bestuursvoorzitter ds. A. Schreuder. „Na 25 jaar worden nog altijd dezelfde statuten ondertekend. Hoe staat het echter met onze bezieling? De gewenning, de vanzelfsprekendheid van eigen scholen is de doodsteek voor die bezieling. We moeten beschaamd erkennen dat we onze zekerheid in structuren hebben gezocht. Voor het voortbestaan van de school is hernieuwde bezieling nodig.
Dat vraagt van docenten een buigen voor het gezag van Gods Woord, een bezielend verwoorden van de kernpunten van het gereformeerde belijden, een invoelen van het jonge hart, een besef dat de jeugd echtheid wil proeven. Docenten moeten hun werk als een roeping beleven.
Bezieling is er vooral door persoonlijke ontmoeting met de leerling; praat daarbij nooit afstandelijk, maar altijd in de eerste en tweede persoon.
Durf leiding te geven. Waak ervoor badinerend over de regels te spreken, alsof bezieling wel zonder regels kan. Schrik niet als we ons als school naar buiten toe moeten verantwoorden. We moeten ons ervoor overhebben onderlinge verschillen te benoemen en tegelijkertijd te zoeken naar wat ons samenbindt: de nood van onze jeugd.”
In de achterliggende 25 jaar is het leven veel gejaagder geworden, zei ds. Schreuder. „Het leven wordt overspoeld door dagelijkse onrust. Er wordt ons nauwelijks de tijd gegund om ons af te vragen waarvoor we leven. Veel jongeren worden door andere dingen bezield dan door geloofswaarheden.
Als ik de jongeren in de kerk voor me zie, denk ik wel eens: Hoe zal het over tien jaar met jullie zijn? Tegelijkertijd is er de hoop dat de Heere doorgaat met Zijn werk. En het is mijn diepe overtuiging dat onze jonge mensen naar echte bezieling willen luisteren.”