Opinie

Arm maar rijk

Laten christenen zich ook ongeremd meeslepen door alle verleidingen van de consumptiemaatschappij? Die zorg klonk gisteren tijdens een studiedag van de Gereformeerde Bond. In het jaargetijde waarin, kort na dankdag, weer dikke pakketten reclamefolders op de mat liggen, is die vraag niet alleen terecht maar ook ontdekkend. En in het jaar waarin de franciscaner orde zijn 800-jarig bestaan viert, mogen juist de christenen die in het spoor van de Reformatie wandelen zich afvragen of die eenvoudige roomse kloosterlingen hen niet beschamen.

26 November 2009 11:40Gewijzigd op 14 November 2020 09:14

Of heeft Franciscus de Bijbelse boodschap over rijkdom en armoede toch te veel uit het lood getrokken? Is zijn bewuste keuze voor een armoedig en teruggetrokken leven door de Reformatie terecht gecorrigeerd? Een van de sprekers op de studiedag, de Apeldoornse hoogleraar Peels, ging daar terloops op in en stelde dat een ascetisch leven met armoede als ideaal, geen Bijbels vereiste is.Inderdaad, ook in dit opzicht spreekt de Bijbel met twee woorden. Rijkdom is een zegen. Salomo raadt aan om te genieten van het goede in een tijd van voorspoed. Het belang van bezit wordt gerelativeerd maar zeker niet verboden. Gelijkheid tussen alle mensen in deze wereld is een onrealistisch ideaal, want Christus zei tegen Zijn discipelen: „De armen hebt gij altijd met u.”

Wie zich dus op de Bijbel beroept om armoede te prediken, gaat eenzijdig met Gods woord om. Echter, het omgekeerde gebeurt ook. Wie de kloof tussen arm en rijk goedpraat door zich te verschuilen achter een rijke Abraham, David en Salomo, winkelt eveneens selectief. Inderdaad, standsverschillen zijn er alle eeuwen door geweest, maar dat komt omdat deze wereld door de zonde aangevreten is.

Ook wie zijn bezit bijeenbracht met hard werken in een eerlijk beroep, mag dat niet automatisch uitleggen als een bewijs van Gods zegen. De gelijkenis van de rijke en kennelijk gezegende boer, die schuren wilde bijbouwen om zijn oogst te bergen, spreekt boekdelen. In dat Bijbelgedeelte, Lukas 12, houdt Christus ons ook de sleutel voor in het eeuwenoude vraagstuk van rijkdom en armoede: wie hier op aarde schatten bijeenschraapt en niet rijk is in God, is een dwaas.

Tijdens de studiedag kwam ter sprake dat deze boodschap in de gereformeerde gezindte moeilijk landt en dat ook christenen gemakkelijk gevangen raken in het web van verleiding en begeerte. Als dat beeld juist is –en het bewijs van het tegendeel is nog niet geleverd– dan ligt daar een groot gevaar. Paulus noemt geldgierigheid, de liefde tot geld en bezit, de wortel van alle kwaad. Alle kwaad, een soort oerzonde dus, die zich uitstrekt van marktplaatsverslaving tot glimmend blik. Maar misschien ook het kwaad van kerkverlating?

Het thema van de studiedag verdient dus zeker uitwerking. Ontdekkende prediking moet deze wortelzonde blootleggen. Dat snijdt in het vlees, maar als daarmee een kwaadaardig gezwel verwijderd wordt, is die pijn het waard. Wie daardoor aangespoord afstand doet van z’n geldzucht en bezit, wordt even rijk als de gemeente van Smyrna, aan wie Christus liet schrijven: „Ik weet uw armoede, doch gij zijt rijk.”

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer