Het jaar 2002 zal in de bedrijfsgeschiedenis van Ahold worden beschreven als een rampjaar. De ijzersterke reputatie van de onderneming brokkelde in rap tempo af, de koers ging nog harder onderuit. Tot maandag verdampte in de twaalf maanden tweederde van de beurswaarde. Gisteren verloor de koers nog eens ruim de helft, waarmee het jaarverlies op 85 procent uitkwam.

Het wereldwijde supermarktconcern leek in de jaren negentig kampioen van de beurs. In 2002 doken echter de eerste twijfels over het concern op. In juli kwam Ahold met een winstwaarschuwing, voor het eerst in de geschiedenis. Daarop volgde in augustus de bekendmaking van het eerste kwartaalverlies sinds 1973. Drie maanden later volgde een tweede winstwaarschuwing.

Tussendoor kwam topman C. van der Hoeven zwaar onder vuur te liggen. Diverse onduidelijkheden over verslaglegging van de resultaten voedden verhalen over slecht management door hem. Hij beloofde beterschap, maar de schade was al veroorzaakt.

Na jarenlange expansie krijgt Ahold nu het deksel op de neus. Juist in de twee markten waar het concern sterk groeide, Latijns-Amerika en de Verenigde Staten, zit Ahold met twee rotte appels. De gevolgen zullen groot zijn.