Het eerste rapport dat donderdagavond op tafel ligt gaat over een tekort van 1,1 miljoen euro, ontstaan bij het verzelfstandigen van het openbaar onderwijs in Woerden. Het tweede rapport beschrijft dat het college niet in staat is goed sturing te geven aan de uitvoering van het inkoop­beleid, terwijl vijf jaar geleden in een onderzoek hier al zware kritiek op was geuit. Beide rapporten zijn voor de oppositie aanleiding om het vertrek van het college te eisen.Woordvoerder namens de oppositie is SGP-fractievoorzitter C. Tuijl: „Het college van B en W grossiert in kleine en grote budgetoverschrijdingen en andere missers. Ondertussen moet de gemeente de komende jaren wel ruim 7 miljoen euro bezuinigen. Wij vinden dat dit niet meer is uit te leggen, ook niet als het college beterschap belooft. Dat hebben we namelijk veel vaker gehoord. Daarom voelen wij ons gedwongen het krachtigste signaal af te geven dat mogelijk is, een motie van wantrouwen. We kunnen er niet langer op vertrouwen dat dit college zijn taak naar behoren uitvoert.”

Volgens Van Tuijl springen de gebeurtenissen rond het openbaar onderwijs eruit omdat het gaat om een tekort van 1,1 miljoen euro én om het niet informeren van de raad. Per 1 augustus 2008 is het bestuur van het primair openbaar onderwijs in Woerden overgedragen aan Stichting Klasse. Tot die tijd was het college van B en W van Woerden het bevoegd gezag onder de naam Openbaar Primair Onderwijs Woerden (OPOW).

Pas na het tekenen van de overdrachtsovereenkomst met Stichting Klasse bleek er een tekort te zijn van 1,1 miljoen euro. Het grootste deel (806.000 euro) daarvan is het gevolg van verkeerd gemaakte overdrachtsafspraken. Het andere deel (bijna 3 ton) is een negatief resultaat van OPOW in 2008.

Op 19 mei 2009 gaf het college opdracht voor een grondig onderzoek naar de gang van zaken. Onderzoeker Karolijn van den Heuvel concludeert dat de overdrachtsafspraken met onvoldoende kennis en inzicht van de gemeente tot stand zijn gekomen.