Binnenland

„Jeugdzorg zit zichzelf in de weg”

RIJSWIJK (ANP) – De Jeugdzorg in Nederland is onverantwoord complex georganiseerd en hopeloos gefragmenteerd. De evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg laat zien dat de huidige organisatie van de Jeugdzorg een goede jeugdzorg in de weg zit. De diverse organisaties die voor de jeugdzorg verantwoordelijk zijn moeten de handen ineenslaan „om gezamenlijk voor een verantwoord resultaat te zorgen, ook in ieder individueel geval”.

21 November 2009 09:40Gewijzigd op 14 November 2020 09:12
De Jeugdzorg in Nederland is onverantwoord complex georganiseerd en hopeloos gefragmenteerd. De evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg laat zien dat de huidige organisatie van de Jeugdzorg een goede jeugdzorg in de weg zit. Foto ANP
De Jeugdzorg in Nederland is onverantwoord complex georganiseerd en hopeloos gefragmenteerd. De evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg laat zien dat de huidige organisatie van de Jeugdzorg een goede jeugdzorg in de weg zit. Foto ANP

Dat schrijft de Nationale Ombudsman, Alex Brenninkmeijer, zaterdag in de Volkskrant. Hij maakt zich „ernstige zorgen” over de vraag of kinderrechten in Nederland wel voldoende uit de verf komen. De waarborging van deze rechten, vastgelegd in het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, ligt in handen van ’de Jeugdzorg’, met een beperkte controle van de rechter daarop.
Brenninkmeijer signaleert een gebrek aan ’commitment’ bij de voor de jeugdzorg verantwoordelijke organisaties om gezamenlijk op te trekken. De oorzaak hiervan moet gezocht worden in de verschillende lagen en bevoegdheden, financieringsstromen en machtsstructuren. „Er blijven slechts individuele medewerkers over, die vaak jong en onervaren zijn en werken in een organisatie waar het management vaak tekort kan schieten”.


Ook meent Brenninkmeijer dat de Jeugdzorg „slachtoffer van de waan van de dag” is. Incidenten met de peuter Savanna en het zogenoemde Maasmeisje hebben tot verkramping geleid, schrijft hij. Enkele incidenten met uit inrichtingen weggelopen kinderen hebben vanuit de Tweede Kamer geleid tot de eis dat die zich nooit mogen herhalen. De Kamer heeft echter geen oog voor het feit dat die angst voor incidenten „een geweldige invloed” heeft gehad voor de gevangenisachtige manier waarop de gesloten jeugdzorg is ingericht. „Het indekken tegen risico’s heeft perverse effecten”, aldus Brenninkmeijer.


In dat verband wijst hij ook op de trend om ’Pietje Bell–streken’ van kinderen niet meer tegemoet te treden met „een wijze correctie”, maar met aangifte en strafvervolging. Ook de roep om jongeren volgens het volwassenenstrafrecht te berechten, wordt steeds sterker.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer