„We hadden niet het lef er tegenin te gaan"
HAARLEM (ANP) – De verdachte projectontwikkelaars Maarten M. en Rob W. hadden niet het lef in te gaan tegen de wensen van de hoofdverdachten in de vastgoedfraudezaak rond Bouwfonds en Philips Pensioenfonds. Zo raakten ze vanaf 1999 steeds meer betrokken bij zaken die niet door de beugel konden.
Dat betoogden de twee dinsdag bij de behandeling van hun zaak voor de rechtbank in Haarlem. „Afschuwelijk", zo typeerden de projectontwikkelaars uit Capelle aan den IJssel die periode.De twee zeggen onder druk van hoofdverdachten Jan van V. en Nico V. onder meer overeenkomsten te hebben ondertekend, met daarin volgens het openbaar ministerie te hoge bedragen voor verrichte werkzaamheden. Uit het extra geld claimden Nico V. en derden betalingen voor niet verrichte werkzaamheden, aldus M. en W. Ze stelden daarvoor op verzoek van Nico V. valse facturen te hebben opgesteld.