PKN: Geen brief over seksualiteit
De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) heeft vrijdag definitief besloten dat het synodebestuur de gemeenten geen brief zal schrijven over seksualiteit en homoseksualiteit.
Het moderamen had de synode gevraagd om een mandaat om zo’n pastorale brief aan de gemeenten te versturen. Een door mevrouw ouderling S. Hiebsch ingediend tegenvoorstel tegen het besluitvoorstel van het synodebestuur kreeg echter met 85 van de aanwezige synodeleden een royale meerderheid achter zich. Het besluitvoorstel van het moderamen was daarmee van tafel.Een van de onderdelen van het aangenomen tegenvoorstel is dat het kenniscentrum van de Protestantse Kerk „de Bijbels-theologische en ethische vraagstukken rond het thema seksualiteit zoals deze leven in de breedte van de Protestantse Kerk in Nederland” nader in kaart gaat brengen. Daaruit moet een handreiking voortkomen die „dienstig is aan het kerkelijke gesprek over seksualiteit en relaties.”
De discussie in de generale synode was een uitvloeisel van het enkele jaren geleden door ouderling A. W. de Ronde uit Woudenberg ingediende gravamen tegen ordinantie 5.4 van de Protestantse Kerkorde (PKO). Die ordinantie maakt het mogelijk dat gemeenten kiezen voor zegening van niet-huwelijkse relaties, waaronder homoseksuele relaties.
In 2007 erkende de generale synode dit gravamen overigens niet als gravamen. Gistermorgen gingen er dan ook stemmen op om dit bezwaarschrift, dat niet de officiële status kreeg van een gravamen, voortaan als het ”bezwaar-De Ronde” aan te merken.
Destijds deed de Generale Raad van Advies (GRA) de synode in de discussie over het bezwaar-De Ronde de suggestie aan de hand om het gesprek over (homo)seksualiteit in de gemeenten te stimuleren door hen een brief te sturen. Ook zou de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk de achterliggende theologische en ethische vragen bij ordinantie 5.4 in kaart moeten brengen.
Gistermorgen pleitten ouderling Hiebsch en anderen er sterk voor om ordinantie 5.4 niet meer ter discussie te stellen. „En wij verwachten eigenlijk ook niets van een brief van het synodebestuur over dit onderwerp”, aldus ouderling Hiebsch. „Gezien de opvattingen in onze kerk over seksualiteit en homoseksualiteit zal zo’n brief zo algemeen gesteld zijn dat niemand er veel aan zal hebben.”
Ook de scriba van de PKN, dr. A. J. Plaisier, zei tijdens zijn toelichting op het besluitvoorstel van het moderamen niet de discussie over ordinantie 5.4 te willen heropenen. „Die ordinantie staat wat het synodebestuur betreft niet ter discussie.”
Ds. A. van Lingen (Nieuw-Lekkerland) constateerde dat, wanneer de synode een brief zou willen sturen, het niet gemakkelijk wordt om als PKN daarin iets over seksualiteit te zeggen. „We zijn het daarover in onze kerk heel fundamenteel oneens. Die discussie zullen we dus niet kúnnen afsluiten. Juist niet omdat we als mensen seksuele wezens zijn die hun denken over dat onderwerp in overeenstemming proberen te brengen met hun geloof. En dan komt er dus ook weer discussie over bijvoorbeeld het Schriftgezag.”
Uiteindelijk haalde een meerderheid van de protestantse synode een definitieve streep door het brievenplan door het tegenvoorstel van ouderling Hiebsch te steunen.