De Heere Jezus nodigt nog zondaren en biedt deze grote zaligheid aan. Nog is Zijn taal: „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt...” Die grote Jezus roept u tot Zich, biedt alle zondaren, zonder onderscheid, de vergeving van al uw zonden.Kom dan tot Hem, zondaren. Kom hier om de witte klederen te kopen. Neem uw toevlucht tot de Goddelijke genade en geef uw ziel geen rust, uw ogen geen slaap, totdat u deze weldaad hebt ontvangen. Stel uw komst niet uit, de deur van de genade mocht gesloten worden, de dood mocht u overvallen en u zou in uw zonden sterven. Kom met een boetvaardig en gevoelig hart, met een belijdende mond.

Verloren zonen en dochters, nader tot de genadetroon. Kom met geloof. Dompel u in die fontein, die opengezet is voor het huis van David en de inwoners van Jeruzalem. Ga tot de gekruiste Christus en werp u in Zijn armen en was uw kleren in Zijn bloed. Zeg: Heere Jezus, ik zal U niet laten gaan voordat U mijn zonden wegdraagt en bedekt. Bid zonder ophouden, klop. Doe uw zonden van u weg. Krijgt u direct geen antwoord, houd aan met de Kananese vrouw. Laat steeds uw taal zijn: Treed niet met mij in het gericht.

Petrus van der Hagen,predikant te Amsterdam

(”Uitbreiding over Psalm 32”, 1676)