Hoge Raad vernietigt besluit Ondernemingskamer HBG
De Hoge Raad heeft het oordeel vernietigd van de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam dat het bouwbedrijf HBG wanbeleid heeft gevoerd. Volgens de Hoge Raad heeft de Ondernemingskamer zijn werk niet goed gedaan. Dat bleek vrijdag uit het arrest van het hoogste rechtsorgaan van Nederland.
De Ondernemingskamer oordeelde ruim een jaar geleden dat het bouwbedrijf bij de fusie van zijn baggerpoot met die van Ballast Nedam zijn aandeelhouders niet goed had geïnformeerd. Dat was volgens de kamer in strijd met beginselen van goed ondernemerschap. Desondanks mocht de fusie standhouden, omdat de manier van beslissen van HBG correct was verlopen. Ook na consultatie van de aandeelhouders zou HBG niet tot een ander besluit zijn gekomen.
HBG ging tegen het oordeel in cassatie bij de Hoge Raad, omdat het vond dat het niet nodig was zijn aandeelhouders te raadplegen. De Hoge Raad meent nu onder meer dat de Ondernemingskamer zijn besluit om te spreken van wanbeleid op de verkeerde gronden heeft genomen.
HBG ontketende in 2001 een baggeroorlog, nadat het had gezegd de baggerdivisie met Ballast Nedam te willen integreren. Bouwbedrijf Heijmans deed hierop een bod op heel HBG, om de baggerdochter vervolgens te verkopen aan Boskalis. Dat laatste had de voorkeur van veel aandeelhouders, onder wie de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), omdat die overeenkomst veel lucratiever zou zijn.
Inmiddels is HBG via het Spaanse Dragados in handen gekomen van de bouwgroep Bam. Dat bedrijf heeft het baggerbelang van Ballast Nedam noodgedwongen overgenomen. Bam is niet van plan het baggerbedrijf op eigen houtje voort te zetten. Het concern wil in 2003 een partner hebben gevonden.
Door het onderzoek door de Ondernemingskamer werd de baggerfusie destijds vertraagd. Of HBG-moeder Bam schadeclaims gaat indienen bij partijen die de zaak voor de Ondernemingskamer hebben gebracht (zoals de VEB), kon een woordvoerder in een reactie niet zeggen.
„We gaan het vonnis goed bestuderen en zijn verheugd met de uitspraak. Hiermee is de zaak definitief beëindigd”, zei de woordvoerder. Om de contacten met de aandeelhouders goed te houden noemt het concern het van belang dat het door HBG gevoerde beleid in de toekomst geen discussiepunt meer hoeft te zijn.
VEB-directeur P. de Vries was nog niet bereikbaar voor commentaar.