Aansporing
Ieder ding in de wereld is u tot blijdschap en richt u op. Terwijl het tussen God en uw ziel niet goed staat, vindt u toch uw genoegen in de wereld. U hebt meer genoegen in uw uitwendige omstandigheden dan u ooit had in Christus Jezus.Wij willen al Gods kinderen aansporen zich meer te oefenen in matigheid van gebruik van deze wereld. „Bedenk de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn”, zegt de apostel.
Een kind van God behoort neer te zitten in zijn eigen gezin, temidden van zijn kinderen alsof hij buitenslands was en hij behoort buiten te zijn alsof hij thuis was. Waarom wordt uw leven een pelgrimstocht en u vreemdelingen genoemd? O, hecht uw hart toch niet te veel aan de dingen van deze wereld. Neem slechts staande een dronk en ga verder. U mag uw staf niet neerleggen tot u uw weg voleindigd hebt.
Bedenk toch dat onmatigheid afgodendienst is, want het zet het schepsel in plaats van God. Daarom zegt Petrus hier: Zijt dan nuchter, dat is matig. Want onmatigheid of liefde tot de wereld verhindert de liefde tot God. Wat aan de een wordt toegedaan, ontstelen we aan de ander. God moet alles hebben of niets. Hij wil niet delen met het schepsel. Indien u uw aangezicht naar het schepsel keert, keert u hiermee God de rug toe.
Hugo Binning, predikant te Goven, Schotland
(Keurstoffen)