Binnenland

Ondanks controles meer luis

Het aantal besmettingen met hoofdluis groeit in Nederland fors, ondanks de toename van het aantal controles op de basisscholen.

Onderwijsredactie
6 November 2009 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 09:05
HAARLEM – Luizenmoeders, luizenzakken, luizencapes. En toch lukt het niet –of maar al te goed– om de luizenplaag het hoofd te bieden. Het landelijk steunpunt dat zich over de luizenplaag buigt, pleit voor onderzoek en aanpak. Eén troost: het gedierte land
HAARLEM – Luizenmoeders, luizenzakken, luizencapes. En toch lukt het niet –of maar al te goed– om de luizenplaag het hoofd te bieden. Het landelijk steunpunt dat zich over de luizenplaag buigt, pleit voor onderzoek en aanpak. Eén troost: het gedierte land

Dat blijkt uit het Landelijk Luizenonderzoek 2009 van het Landelijk Steunpunt Hoofdluis (LSH). Van de ouders die deelnamen aan het onderzoek, gaf 25,5 procent aan dat er het achterliggende jaar bij minstens één van hun kinderen hoofdluis was geconstateerd. In het recentste onderzoek van de GGD, uit 1994, was dat nog maar 11,2 procent.Het LSH relativeert de uitslag overigens enigszins: „We dienen rekening te houden met het feit dat deze enquête door mensen met een bovenmatige interesse in hoofdluis is ingevuld. Hierdoor kunnen we aannemen dat het daadwerkelijke percentage bij de totale doelgroep minder hoog uitvalt. Om dezelfde reden kunnen we aannemen dat het percentage ouders dat zijn kinderen minimaal eens per maand op hoofdluis controleert in dit onderzoek hoger uitvalt dan bij de totale doelgroep: 62 procent zegt dit te doen, maar dit is in de praktijk waarschijnlijk lager.”

Aan het onlineonderzoek deden 542 ouders –van wie ruim 97 procent moeders– en 232 leerkrachten mee. Alle basisscholen worden minstens eenmaal per jaar geconfronteerd met hoofdluis; bij 38 procent van de leraren is dit zelfs minimaal vijf keer per jaar.

Ruim 70 procent van de leerkrachten vindt het onnodig dat een besmet kind thuisblijft. Meer dan de helft van de personeelsleden vindt dat de animo om luizenouder te worden gering is.

Het aantal scholen dat systematisch luizencontroles uitvoert is fors gestegen. In 2002 bleek tijdens het onderzoek ”Hoofdluis, een blijvende kopzorg?” van de Rijksuniversiteit Groningen dat 58 procent van de scholen systematisch controleerde. Inmiddels is dat 86 procent.

Voorlichting

Jaarlijks krijgen ongeveer 160.000 leerlingen op de basisschool te maken met de gevolgen van de jeukende parasiet. Dit wil zeggen dat 10 procent van alle kinderen tussen 4 en 12 jaar besmet wordt met hoofdluis.

Het steunpunt wil dat in vier jaar tijd terugbrengen tot 1 procent. Daarvoor heeft het een methode ontwikkeld om ervoor te zorgen dat controles kundig worden uitgevoerd, het team van vrijwilligers gemakkelijker verzameld wordt, de luizencoördinator de ondersteuning en waardering krijgt die ze verdient en kinderen, ouders en leraren op de hoogte worden gesteld van de resultaten.

Ruim 91 procent van de scholen zegt te beschikken over voorlichtingsmateriaal. Hiervan is 82 procent afkomstig van de GGD en 18 procent van producenten van preventie- of bestrijdingsmiddelen.

Het landelijk steunpunt laakt het feit dat de overheid het probleem niet landelijk aanpakt. Er is in Nederland geen instantie die hoofdluisbesmettingen in kaart brengt of onderzoek doet naar de definitieve oplossingen voor dit probleem, stelt het LSH. De aanbeveling van de Groningse onderzoekers om de psycho-sociale bijwerkingen van de besmetting te onderzoeken, is niet uitgevoerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer