Opinie

Bijbellezen

Met interesse volg ik de artikelen serie over Bijbellezen op Magneet (RD 24-10 e.v.). Ik vind het goed dat over dit belangrijke onderwerp met jongeren wordt nagedacht. Toch wil ik graag een kanttekening plaatsen bij het eerste artikel in deze serie.

6 November 2009 07:20Gewijzigd op 14 November 2020 09:04

De redacteur poneert een aantal stellingen, waaronder: „Als ik probeer trouw de Bijbel te lezen, heb ik nog geen garantie dat ik bekeerd word.” Hierop geeft Snoek aan dat het tegendeel waar is. Als je trouw de Bijbel leest, heb je deze garantie wél, aldus Snoek („Jawel. Gods zegen is niet vanzelfsprekend, maar wel gegarandeerd”).Zelfs wanneer ik probeer het artikel goed in z’n geheel te lezen, begrijp ik deze woorden niet. Is trouw Bijbellezen een garantie op bekering? Dat de Heere de zoeker in de Schrift ook laat vinden, is waar. Dat is genade. Het verbaast me echter dat juist in reactie op genoemde stelling de jongeren alleen maar op de genade van God wordt gewezen. Want, onze God is (ook) een rechtvaardig God. God zal de zondaar, die wellicht trouw de Bijbel leest, straffen, tenzij hij wederom geboren wordt (Joh. 3:3). Trouw Bijbellezen geeft géén garantie. Ik lees in de Bijbel niet over één persoon die door zijn trouwe Bijbellezen de garantie heeft gekregen op bekering. Wel lees ik over andere trouwe Bijbellezers: Farizeeën en Schriftgeleerden. We weten hoe Jezus deze trouwe Bijbel­onderzoekers scherp terechtwees.

Duidelijk moge zijn dat ik hiermee het Bijbellezen niet onnodig acht. God wil het lezen van Zijn Woord zegenen (2 Tim. 3:15). Wat zijn we dan vaak ondankbaar, door dit voorrecht, meer of minder bewust, te verachten. Maar, God wil zulke ontrouwe Bijbellezers nog bekeren.

Marieke Nieuwenhuis

Spieringweg 1090

2136 LP Zwaanshoek


Met stijgende verbazing las ik het artikel met als kop ”Zwaar beroep bestaat niet” (RD 29-10). Verbazingwekkend vanwege het feit dat het artikel door een persoon werd geschreven die toch beter zou moeten weten (chief medical officer van een arbodienst). De kern van zijn betoog is dat tussen je oren wordt bepaald of werk zwaar is. Nu zou ik dat niet helemaal willen ontkennen, maar dit is voor een aantal soorten werk toch echt te kort door de bocht. Veel werk is de laatste tientallen jaren lichter geworden, doordat arbeidsomstandigheden zijn verlicht door meer en/of betere hulp­middelen en strengere regels.

Toch is er mijns inziens een wezenlijk verschil tussen hoe het vroeger was en nu is; een verschil in het nadeel van de huidige werknemer, namelijk de tijdsdruk of misschien beter: efficiencydruk. Deze is en wordt nog steeds verder verhoogd. Vooral in de productie-industrie is er sprake van een hoge werksnelheid. De zwaarte van het werk wordt in dit soort bedrijven niet alleen bepaald doordat het fysiek belastend is, maar ook omdat het productietempo moet worden bijgehouden. De combinatie daarvan bepaalt de zwaarte van het werk.

Feit is dat er binnen bedrijven vaak geen weg terug is. Er zijn veelal geen ”seniorenproductielijnen” naast normale productielijnen, en dus moet de medewerker gewoon in het tempo van zijn twintig of veertig jaar jongere collega mee blijven doen. Een alternatief voor het ontlasten van deze zwaarbelaste medewerkers is het inhuren van Oost-Europese collega’s. Maar moeten we dat willen? Of toch maar een echte op­lossing bedenken?

G. J. Gouman

Vlierweg 15

8072 ES Nunspeet


Het is een goede gedachte van de redactie om in een bijlage aandacht te vragen voor goede doelen (RD 3-11).

Dat die bijlage commercieel is, doet geen afbreuk aan de viering van dankdag. Zijn Gods goede gaven een teken dat God ons bevoorrecht? Nee! Niemand anders kan dat beter verwoorden dan de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer in een dankdagpreek over Psalm 63:4. „Willen wij onder Gods gave Gods goedertierenheid verkrijgen, dan moeten wij ze als verantwoordelijkheid tot de broeder interpreteren. Niemand moet zeggen: God heeft mij gezegend met geld en goederen, en leven alsof hij en zijn goedertieren God alleen op de wereld zouden zijn. Want dan komt het uur dat hij moet erkennen dat hij de afgod van zijn geluk en zijn egoïsme heeft aanbeden. Niet het bezit is een zegen van God, maar de verantwoordelijkheid” (Kampen, 2005).

Geven dus. Geven van wat je geleend kreeg!

Marinus Hofman

Bloemenstraat 36

2981 BE Ridderkerk

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer