Zijn bejaarde vader Elizaphan, een pastor, kreeg tien jaar voor ondersteuning van en het aanzetten tot genocide. Beiden waren aangeklaagd voor gebeurtenissen in het Rwandese district Kibuye in 1994.

Elizaphan Ntakirutimana was toen een belangrijke predikant van de Zevende- Dagsadventisten in de plaats Mugonero in het westen van het Afrikaanse land. Zijn zoon was directeur van het plaatselijke ziekenhuis.

Volgens de aanklacht zochten in april 1994 naar schatting zesduizend Tutsi-mannen, -vrouwen en -kinderen, op uitnodiging van de gedaagden hun toevlucht in het kerk- en ziekenhuiscomplex in Mugonero. Ze smeekten de twee om bescherming tegen radicale Hutu’s die moordend, plunderend en brandschattend door het land trokken.

De rechters van het VN-hof achtten het bewezen dat Gérard en Elizaphan Ntakirutimana - een paar dagen nadat de vluchtelingen waren gearriveerd - leden van de nationale gendarmerie, lokale politie, radicale Hutu-militieleden en burgers mobiliseerden en naar het complex transporteerden. De Hutu’s sloegen meteen na aankomst aan het moorden.

De slachtpartijen in Mugonero zijn berucht geworden door het boek ’Wij willen u informeren dat wij morgen met onze families vermoord zullen worden’ van de Amerikaanse journalist Philip Gourevitch. De titel van het boek is afkomstig uit een brief van de vluchtelingen aan pastor Ntakirutimana. In hun schrijven de avond voor de slachting vroegen de Tutsi’s de geestelijke in te grijpen en te bemiddelen bij de burgemeester.

Tijdens de genocide in Rwanda vielen honderdduizenden, mogelijk zelfs een miljoen slachtoffers.