Vervrouwelijking
Je zit in groep 8 van de basisschool en je hebt nog nooit een meester gehad. Altijd jufs. Wat doet dat met een kind? Er is geen onderzoek te bedenken dat een antwoord op die vraag geeft. Wel is zeker dat het voor de ontwikkeling van kinderen goed is dat zij les krijgen van vrouwen én mannen. Dat lijkt steeds meer een vrome wens te worden.
Het aantal meesters op de basisschool is al niet groot en neemt in rap tempo verder af. Daarover luidde het Centrum voor Arbeidsverhoudingen bij Overheidspersoneel (CAOP) gisteren de noodklok. Op dit moment is minder dan 20 procent van de nieuwe pabostudenten een man. Van dit percentage stopt ook nog eens de helft voortijdig met de opleiding.De vervrouwelijking van het basisonderwijs is al jaren aan de gang. De oorzaken zijn bekend: jongens vinden de pabo te soft, hebben geen zin in stagelopen bij kleuters, kiezen liever voor een carrièrebaan en kunnen buiten het onderwijs meer verdienen. Maar nu de oplossing. Pabo’s breken zich het hoofd erover.
Ook de twee opleidingsinstituten in reformatorische kring, Gouda en Ede, gooien van alles in de strijd om meer jongens te trekken. Zo kent Driestar Educatief de leerlijn ”traditie en cultuur”, waarbij aan studenten veel gelegenheid wordt geboden om te debatteren. Een verzwaard programma voor excellente studenten en meer aandacht voor vakkennis, didactiek en Engels moeten aansluiten bij de wensen van vooral jongens.
De Christelijke Hogeschool Ede biedt specialisaties aan: jong management, zorgspecialist, sport- en spelleider, nieuwe media en techniek of een combinatiestudie voor het diploma godsdienstleraar voortgezet onderwijs.
Staatssecretaris Van Bijsterveldt zei gisteren in de Tweede Kamer het belangrijk te vinden dat er op basisscholen genoeg mannen voor de klas staan. Ze stelde echter ook vast dat initiatieven van buiten de pabo niet helpen om meer jongens op de opleiding te krijgen en te houden. En daarmee ligt de bal weer op het speelveld van de pabo’s.
Het is verbazend dat het grote tekort aan meesters op de basisschool relatief weinig aandacht krijgt in reformatorische kring. Behalve dat de pabo’s en basisscholen het zelf als een nijpend probleem ervaren, lijken weinigen zich er druk over te maken. Kennelijk heeft de gereformeerde gezindte zich bij de situatie neergelegd dat het basisonderwijs vooral het domein van vrouwen is. Terwijl Luther ooit zei: „Ik ken geen stand op aarde die ik meer zou beminnen dan die van leermeester.”
Het grote tekort aan jongens op de pabo betekent ook een gebrek aan mannelijke directeuren. Degenen die deze functie nu uitoefenen, werken niet zelden al jaren in het onderwijs en stappen er over niet al te lange tijd uit. Waar zijn hun opvolgers? Een vrouw op die stoel is voor veel orthodox-christelijke basisscholen nog steeds een principiële brug te ver.
De ongewenste vervrouwelijking van het basisonderwijs verdient meer aandacht dan ze nu krijgt. Er is een deltaplan nodig om het tij te keren. De veelgeprezen driehoek gezin, kerk en school is hierbij hard nodig. De reformatorische gezindte maakt zich wel druk om minder belangrijke zaken.