Economie

„Vrouwen moeten. Maar ze willen helemaal niet”

Vrouwen moeten meer uren werken. Vrouwen moeten vaker naar de top, vinden overheid en feministen. Onzin, zegt Marike Stellinga.

29 October 2009 11:45Gewijzigd op 14 November 2020 09:00
Vrouwen vooral gericht op horizontale groei, mannen meer op promotie. Foto Stock Exchange
Vrouwen vooral gericht op horizontale groei, mannen meer op promotie. Foto Stock Exchange

Stellinga is econoom en redacteur bij het weeklad Elsevier. In haar boek ”De mythe van het glazen plafond” (uitg. Balans, 2009) veegt ze de vloer aan met ‘feiten’ die telkens hardnekkig terugkeren in het nieuws. Zoals: Werkende moeders hebben het zwaarder dan werkende vaders. Vrouwen verdienen ten onrechte minder dan mannen. Het glazen plafond bestaat. „Laat me niet lachen”, zegt Stellinga, waarop ze de beweringen een voor een beargumenteerd om zeep helpt.Rode draad in haar betoog is dat Nederlandse vrouwen gelukkig zijn met hun deeltijdbaan, en dat ze een eenzame plek aan de top hun bloed, zweet en tranen niet waard vinden. Het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (CPB) dat vandaag verschijnt, onderschrijft haar punt: de onderzoekers constateren „grote tevredenheid met de huidige situatie.”

Wat denkt u bij dit rapport?

„Voor de zoveelste keer blijkt dat vrouwen in Nederland gewoon blij zijn met wat ze doen, en dat er geen probleem is. Vrouwen in andere Europese landen zouden maar al te graag het Nederlandse model willen: mooi, interessant en goed betaald werk doen, en dat in een dag of drie per week. Bij hen is deeltijdwerk vooral schoonmaakwerk en fabriekswerk.

Wij zouden blij moeten zijn. Maar ik heb niet de indruk dat Den Haag hier echt aan wil. Uit de discussie deze week over het streefcijfer voor topvrouwen –een meerderheid in de Kamer wil 30 procent vrouwen in de top van grote bedrijven, CvdH– blijkt dat de politiek ervan uitgaat dat we weinig topvrouwen hebben omdat ze worden dwarsgezeten.”

Wat heeft zo’n streefcijfer concreet voor gevolgen?

„Eén: bedrijven krijgen meer last van de overheid. Stel, je hebt een onderneming van boven de 250 man met twee directeuren – twee mannen. Als er dan niet één wordt ingewisseld voor een vrouw, moet het bedrijf aantonen dat er wel een coachingsprogramma was voor vrouwen, een headhunter is ingeschakeld, en dat er binnen en buiten het bedrijf is gezocht naar vrouwen. Ik vind dat van de gekke. En wie gaat dat controleren? Krijgen we nu een vrouweninspecteur of zo?

Twee: dat streefcijfer gaan we niet halen. Met zo’n maatregel verander je niet de voorkeur van vrouwen. Zelfs carrièrevrouwen, met een goede voltijdbaan in het middenmanagement, maken minder vaak dan mannen die laatste stap: naar de absolute top. Dat laatste vraagt om hard werken, knokken, investeren en ’s avonds vaak weg zijn; vrouwen willen dat over het algemeen niet zo.

Een mooi voorbeeld uit een recent onderzoek is dat ook hoogopgeleide vrouwen zonder kinderen best vier dagen willen werken. En waarom? Omdat ze er een cursus tuinarchitectuur bij willen doen bijvoorbeeld.”

Ad Scheepbouwer van KPN kondigde zaterdag aan dat hij bepaalde functies alleen openstelt voor vrouwen.

„Enorm beledigend. Scheepbouwer zegt: „Als wij een functie hebben en we krijgen één vrouwelijke kandidaat en vijf mannen, dan verliest de vrouw te vaak.” Ik neem aan dat hij zichzelf niet beschuldigt van discriminatie, dus de vrouw valt af vanwege objectieve criteria. Hij zegt nu dus eigenlijk dat je vrouwen niet met mannen kunt laten concurreren, dan verliezen ze. Bovendien: deze maatregel lijkt me discriminerend voor mannen.”

Wat moet de overheid doen, als het gaat om arbeidsparticipatie van vrouwen?

„Mijn grote pleidooi is: niets. Koester wat je hebt. Ik denk dat quota en streefcijfers mannen benadelen. Zij doen ook erg hun best in de wereld, door hard te werken en een goede baan te hebben.

Wat de fiscale kant betreft: economisch gezien is het altijd goed om de loonbelasting te verlagen, want daardoor wordt werken aantrekkelijker. Dat werkt beter dan kinder­opvang te subsidiëren. Dat laatste is een indirectere manier om werken lonender te maken; de directe manier is beter. Overigens denk ik niet dat het veel uitmaakt voor de arbeidsparticipatie. Bij enquêtes over gratis kinderopvang zegt nog 95 procent van de vrouwen: Ik ga daar niet meer door werken.”

Heeft het bestaan van de Taskforce DeeltijdPlus, die een cultuuromslag wil bewerkstelligen, wel zin?

„Totaal niet. Het is weggegooid geld. Ik zie cultuur als een optelsom van wat mensen doen, niet als een oorzaak voor wat ze doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer