„We hoorden granaten suizen, zagen ze inslaan”
De granaten vlogen hem 65 jaar geleden letterlijk om de oren. De felle strijd tussen Duitsers en geallieerden om de Westerschelde maakte een onuitwisbare indruk op Minus Goud (70). „Hier is verschrikkelijk gevochten.”

Het is eind oktober 1944. Overal in Europa verliezen de nazi’s terrein. Maar in Zeeland is de Duitse bezetting sterker dan ooit. De controle over de Westerschelde moet koste wat het kost behouden blijven.Het oorlogsgeweld nadert. Van over het water waaiert het geluid van explosies dagelijks het leven van de dan 6-jarige Minus binnen. De Duitse troepen, ingekwartierd op het fruitteeltbedrijf van zijn vader, worden steeds onrustiger.
Moeder Goud stuurt Minus met zijn zus naar Waarde, anderhalve kilometer verderop, om boodschappen. Niet zonder risico, want de geallieerden nemen het dorp vanaf Zeeuws-Vlaanderen regelmatig onder vuur.
Ze zijn nog maar nauwelijks onderweg of er wordt geschoten. „We hoorden de granaten suizen, zagen ze inslaan. Pannen vlogen van de daken. We holden van de ene winkel naar de andere, tot bij bakker Kamerling. Daar schuilden we onder de oven.”
Als de rust lijkt weergekeerd, stuurt de bakker hen naar huis. „We renden, zo hard als we konden. Opnieuw hoorden we gefluit. Een enkele meter voor ons sloeg een projectiel in de grond. We vielen. De granaat wipte op en ontplofte meters verder in een boomgaard.”
Slechts met wat schaafwonden én de boodschappen komen Goud en z’n zus veilig thuis. „Het besef van wat we toen meemaakten, komt pas later. We zijn als door een wonder gespaard.”
Op 26 oktober arriveren, na felle gevechten, de Canadezen in het dorp. Waarde is bevrijd. Minus’ vader kruipt achter het orgel. „Hij zette Psalm 66 in. Een enge band hield ons bekneld… Door emoties overmand kon m’n vader, een godvrezend man, niet meer verder zingen.”
Na de bevrijding breekt voor Goud een betere tijd aan. „Het Engelse bezettingsleger bracht leven met zich mee. Met Kerst ’44 organiseerden de Engelsen een maaltijd voor de schoolkinderen. Wittebrood met cornedbeef; je proeft het nog. En we kregen cadeaus.”
Zorgeloos is het nadien echter niet. De Duitsers schieten bijna wekelijks V1-raketten op Antwerpen. Afzwaaiers komen regelmatig op Zeeland neer. Een van de bommen stort vlak bij de boerderij naar beneden en explodeert. Het huis raakt zwaar beschadigd, maar iedereen blijft ongedeerd.
„De periode rond de slag om de Schelde en de bevrijding van Zeeland heeft me eigenlijk nooit meer losgelaten”, vertelt Goud. Later verdiept hij zich in de historie van de oorlog, en van de Zeeuwse bevrijding in het bijzonder. In 25 jaar tijd geeft hij 250 lezingen op scholen. Met zijn verzameling oorlogsvoertuigen rijdt hij jarenlang veteranen rond tijdens herdenkingen.
Met de opening van het Bevrijdingsmuseum in Nieuwdorp krijgt de ‘vergeten slag’ wat hem betreft de aandacht die hij verdient. „Dat is goed, want hier is verschrikkelijk gevochten.”