Kwarteeuw Ridderkerkse wijkgemeente
Aan de publicaties die het (kerkelijk) leven in Ridderkerk beschrijven, is er opnieuw een toegevoegd. ”Van graanschuur tot kapel, van bouwland tot kerk” heet de jongste uitgave.
In het goed verzorgde boekje, onder redactie van dr. A. A. Teeuw, is 25 jaar hervormde wijkgemeente Drievliet-Oostendam vastgelegd. Een kwarteeuw, heel lang is dat nog niet, merkt dr. Teeuw in zijn voorwoord op, „zeker niet in vergelijking met de andere wijkgemeenten van Ridderkerk. De wijk van de Goede Herderkerk bestaat bijna vijftig jaar. De Wilhelminakerk in Slikkerveer loopt al naar de tachtig jaar en de oudste kerk van Ridderkerk, de Singelkerk, bestaat ruim 550 jaar. Bij zulke jaartallen valt er veel te schrijven.”Over de Singelkerk zag overigens in 2002 al een boekje het licht, ”Onvoltooid verleden”, van de hand van de Ridderkerkse amateurhistoricus M. G. Hofman. Ook in het gedenkboek van B. Stolk, ”Zegeningen van de God van Bethel” (1985), waarin 75 jaar gereformeerde gemeente Ridderkerk wordt beschreven, komt de ‘oude’ lokale kerkgeschiedenis aan de orde.
Maar nu dus een publicatie over wijkgemeente VI van de hervormde gemeente Ridderkerk: Drievliet-Oostendam. Deze werd op zondag 15 januari 1984 geïnstitueerd, wat alles te maken had met de ontwikkeling van de Ridderkerkse wijk Drievliet.
In Oostendam werden al veel langer kerkdiensten belegd: sinds zondag 18 april 1943. Tot aan de instituering van Drievliet-Oostendam behoorde Oos-tendam (tegen Hendrik-Ido-Ambacht aan) tot de wijkgemeente Singelkerk.
In ”Van graanschuur tot kapel, van bouwland tot kerk” is de historie van zowel Oostendam als Drievliet-Oos-tendam beschreven. Een geschiedenis die zich, inderdaad, laat samenvatten met déze titel.
Oostendam: jarenlang was haar kerkgebouw écht niet veel meer dan een graanschuur, ondanks dat deze in de volksmond bekendstond als de kapel. Sinds 1977 draagt het –dan ingrijpend verbouwde– bedehuis de naam Immanuëlkapel.
Drievliet: 25 jaar geleden was het echt nog niet veel meer dan (bouw)land. Een compleet nieuwe wijk verrees. En –de vraag is of dit anno 2009 nog had gekund– midden tussen de winkels en appartementen aan het Vlietplein kwam ook een kerk te staan, die de naam Ichthuskerk kreeg.
De vraag die zich bij het lezen van jubileumboeken altijd weer opdringt, is: hoeveel zou er níét in zijn beschreven? Mr. G. Groen van Prinsterer stelde ooit dat „de grondwet van de geschiedschrijving” ligt opgesloten in „het ééne woord volledige waarheid” (dr. J. G. Barnhoorn).
In dit opzicht lijkt de commissie die deze uitgave tot stand heeft gebracht haar werk goed te hebben gedaan. Ook moeilijke perioden worden niet verzwegen, zoals het hoofdstuk ”Zorgen en groei – van 1987 tot en met 1996” laat zien. Het boekje sluit af met een interview met de huidige predikant, ds. J. H. Lammers, waarin deze onder andere vooruitblikt op de toekomst. „De werkelijkheid is dat secularisatie en kerkverlating aan ons niet voorbijgaan. Kunnen de zorgen van Bolnes in een decennium ook niet de zorgen van geheel Ridderkerk en ook van onze wijkgemeente worden? Er mag echter het gebed zijn om de doorwerking van de Heilige Geest. De Heilige Geest kan een beweging op gang brengen, waarbij mensen massaal naar de Heere vragen en naar de kerk gaan.”
Nu het toch over Ridderkerk gaat, kan ook een ander boekje worden genoemd: In ”Leven door de Geest” doet ds. J. H. van der Groe (1735-1818), die Ridderkerk 48 jaar lang diende, verslag van de bekeringsweg van gemeentelid bakker Aart Nugteren. Zijn verslag wordt ingeleid door G. H. Leurdijk, die onderzoek deed naar „de bekeerling, de predikant, de gemeente en de invloed van het bekeringsverslag.”
N.a.v.: ”Van graanschuur tot kapel, van bouwland tot kerk”, door dr. A. A. Teeuw (red.); 111 blz.; € 12,50. Te bestellen bij C. D. Groenendijk, tel. 0180-423817 of c.d.groenendijk@hetnet.nl;”Leven door de Geest”, door G. H. Leurdijk; uitg. De Groot Goudriaan, 2008; ISBN 978 90 8865 062 8; 155 blz.; € 12,90.