„Vlaardingers niet tijdens vlucht neergeschoten”
Vijf mannen. Vier mannen en een jongen, eigenlijk. Ze werden 65 jaar geleden door de Duitsers gedood. Als vluchtende dieven? De politie onderzocht de zaak alsnog.
”Overleven onder een andere orde”, heet het onderzoeksrapport dat de Politieacademie in Apeldoorn dinsdagavond presenteerde. Na 65 jaar krijgen de nabestaanden meer duidelijkheid over de dood van vijf Vlaardingers op 27 oktober 1944.Tegelijkertijd vormt het 91 pagina’s tellende boekje een leercasus voor de Politieacademie: Hoe ga je als politiemedewerker in bijzondere omstandigheden om met je morele professionaliteit? De academie gaat meer aandacht besteden aan onderzoek, aan het trekken van lessen uit het verleden. De wijze waarop de politie tijdens de Tweede Wereldoorlog met morele dilemma’s omging, is daar een voorbeeld van.
De avond van vrijdag 27 oktober 1944 was kil en nat, maar dat weerhield de broers Gijsbertus (40) en Kornelis (31) van der Wagt, de 16-jarige Jan van der Wagt (zoon van Gijs), Bastiaan Cornelis Hartog (35) en Arie Struijs (33) er niet van op pad te gaan om voedsel te verzamelen. Ze wilden net voor 20.00 uur –spertijd– in de Holypolder zijn. De mannen gingen naar een boerderij waar een voorraad ingekuilde aardappelen lag die waarschijnlijk voor de Duitsers bestemd waren. Ook wilden ze proberen een koe te melken, want Kor van der Wagt had een dochtertje van nog maar enkele maanden oud.
Enkele dagen later meldde een Rotterdamse krant dat de mannen „op de vlucht doodgeschoten” waren. Neergeschoten dieven die geen gehoor gaven aan het bevel om stil te staan?
Politiecommissaris J. A. Struijs werd in 2004 ontboden door een 97-jarige oudtante. Haar broer was een van slachtoffers. „Ze staan nog steeds te boek als terecht geëxecuteerd naar aanleiding van sabotage en een misdrijf. Maar dit is onterecht”, zei ze. „Ik wil graag dat je het onderzoekt, hoe moeilijk het ook is na al die jaren. Ik wil dat deze aanslag een andere plaats krijgt in de geschiedenis dan die nu heeft.”
Struijs en zijn collega’s deden archiefonderzoek en spraken met nabestaanden, oud-politiemensen, verzetsstrijders en andere betrokkenen. Over wat er precies gebeurd is, „kan alleen maar gespeculeerd worden”, schrijven ze. Een aantal conclusies trekken ze wel.
Voedsel ‘organiseren’ was tijdens de oorlog niet ongebruikelijk en vaak hard nodig. De vijf mannen waren beslist niet de enige Vlaardingers die op strooptocht gingen. Ze moesten wel. Vier van de vijf doodgeschoten mannen waren al meermalen door de politie opgepakt vanwege stroperij of voedseldiefstal. Dat voedsel was voor hun arme gezinnen bestemd, en voor onderduikers. Door hun ervaring wisten de vijf echt wel dat het niet slim was om op de vlucht te slaan. Hebben ze dat 65 jaar geleden dan wel gedaan? Waarschijnlijk niet: ze hadden geen schotwonden in de rug.
Als een vlucht niet de reden was hen dood te schieten, wat dan wel? Mogelijk ging het de Duitsers vooral om Arie Struijs en verdachten ze hem van verzetsdaden. Niet ten onrechte. Struijs had een grote afkeer van de ‘Moffen’ en wilde zich al in 1940 aansluiten bij het Geuzenverzet. Toen die groep al snel werd opgepakt, besloot hij zich nooit bij een verzetsgroep aan te sluiten. Hij werkte er echter wel mee samen. Waarschijnlijk was hij ook betrokken bij de liquidatie van een gevaarlijkse NSB’er. In de weken voor zijn dood sliep hij op verschillende plaatsen, om zo de Duitsers uit handen te blijven.
Dat laatste lukte op 27 oktober niet meer. Was er verraad in het spel? Dat achten de onderzoekers op grond van getuigenverklaringen „heel goed mogelijk.”
Dat Struijs met zijn vier plaatsgenoten werd gedood, was volgens de onderzoekers zonder meer een oorlogsmisdaad. De vijf waren volgens getuigen niet op slag dood, zoals het politierapport meldde. Jan van der Wagt is doodgebloed doordat de Duitsers hem medische hulp onthielden. De anderen hadden niet alleen schotwonden, maar ook andere verwondingen. Kennelijk zijn de mannen niet tijdens hun vlucht neergeknald, maar gearresteerd, verhoord en daarna vermoord.
De gebeurtenis had ingrijpende gevolgen: na de dood van Kor van der Wagt raakte zijn gezin ondervoed, waardoor de baby overleed voor wie de mannen melk hadden willen halen.
Dat ze op de vlucht waren doodgeschoten, geloofden de nabestaanden niet. Hoe het wel zat, zal nooit helemaal duidelijk worden, maar is nu wel zo goed mogelijk in kaart gebracht.
Commissaris Struijs las een aantal passages uit het onderzoeksrapport voor aan zijn oudtante. „Ik zei toch al: Het waren geen slechte jongens”, reageerde ze. „Ik ben zo blij dat jullie de betrokkenen eindelijk hebben aangehoord. Naar arme sloebers wordt zo slecht geluisterd, maar zij hebben heus wat te vertellen. Ik ben blij dat iedereen nu kan lezen dat ze onterecht zijn doodgeschoten.”